Algemeen
De rotator cuff zijn de 4 spieren en pezen rond de schouder. Een pees verbindt een spier met het bot. De rotator cuff is belangrijk om de schouder te kunnen bewegen. Bij een rotator cuff ruptuur zijn 1 of meer van de pezen van de rotator cuff gescheurd.
Deze spieren omvatten:
Musculus subscapularis
Locatie: aan de voorkant van de rotatorenmanchet
Functie: interne rotatie (endorotatie) van de schouder + stabiliseren van de schouder tijdens bewegingen van de arm.
Musculus supraspinatus
Locatie: aan de bovenkant van de rotatorenmanchet.
Functie: externe rotatie (exorotatie) van de schouder + abductie van de schouder.
Musculus infraspinatus
Locatie: aan de achterkant van de rotatorenmanchet .
Functie: externe rotatie (exorotatie) van de schouder.
Musculus teres minor
Locatie: aan de achterkant van de rotatorenmanchet.
Functie: externe rotatie van de schouder.
Symptomen
- Pijn aan de voorkant van de schouder met uitstraling in de arm.
- Pijn die erger wordt bij het optillen of draaien van de arm.
- Minder kracht (bij grote scheur).
Oorzaken
- Spontane scheurtjes in de cuff bij het ouder worden
- Slijtage van de cuff bij (zwaar) lichamelijk werk
- Een val op de schouder
- Een gebroken schouder of een schouder die uit de kom is
Diagnose
Op basis van klinische kenmerken, eventueel röntgenfoto, echo, of MRI.
Beleid
Niet-operatieve (conservatieve) behandeling
De eerste behandeling van een cuffscheur is vaak conservatief. Zeker bij een cuffscheur die is ontstaan bij slijtage van de pezen geeft een conservatieve behandeling een aanzienlijke kans op een goed en functioneel herstel. Het doel van de behandeling is om een pijnvrije, goed functionerende schouder te krijgen, de peesscheur zelf zal niet genezen maar wel klachtenvrij worden. Bijna altijd zal er worden gestart met fysiotherapie, gecombineerd met pijnmedicatie.
Ook bij grote (zogenaamde massieve) cuff rupturen (vaak bij 70-plussers) wordt ook vaak voor een conservatief traject gekozen, met goede resultaten, hiervoor is een speciaal programma gemaakt: Bekijk hier het oefenschema.
Nadat de pijn is verminderd kan de functie van de gescheurde pees worden opgevangen door de omliggende spieren, daarom speelt een actieve fysiotherapie een grote rol. Dit gebeurt bij voorkeur bij een toegewijde, speciaal opgeleide schouderfysiotherapeut. Als deze pijnmedicatie niet afdoende is, dan kan uw huisarts of de orthopedisch chirurg of beslissen tot het zetten van een injectie met een combinatie van een verdovende vloeistof en een krachtige ontstekingsremmer (corticosteroïden) in de schouder.
Operatieve behandeling
Wanneer er, ondanks een periode van goede conservatieve behandeling, sprake is van aanhoudende pijn, een beperkte actieve schouderbeweeglijkheid en/of krachtsverlies, kan een operatie nodig zijn. Er zijn verschillende opties.
Cuff repair
De eerst en meest voorkomende optie is een zogenaamde cuff repair (zie afbeelding 2). Een cuffrepair wordt in de regel gedaan bij patiënten jonger dan 70 jaar. Een voorwaarde voor het kunnen hechten van de pezen is dat de grootte van de scheur binnen bepaalde grenzen valt en dat de kwaliteit van de spier nog voldoende goed is.
Pees transfer
Bij sommige patiënten geldt dat de pezen niet meer te hechten zijn doordat de scheur te groot is en/ of de spierkwaliteit niet meer voldoende, vaak doordat de scheur al erg lang bestaat.
Door het mindere gebruik worden de spieren dan dun (atrofie) en vervetten: spierweefsel wordt vervangen door vetweefsel; dit is een onomkeerbaar proces.
Als hierdoor een slechte functie en/of pijn ontstaat, kan een zogenaamde peestransfer worden gedaan, hierbij wordt de grote rugspier (latissimus dorsi) of de grote borstspier (pectoralis major) losgemaakt van de bovenarm en verplaatst naar de oorspronkelijke aanhechting van de cuff pezen om deze functie over te nemen.
Om deze ingreep te kunnen ondergaan moet het schoudergewricht goed zijn (geen artrose) en een deel van de cuff aan de voorkant van de schouder (subscapularis) intact. Verder leert wetenschappelijk onderzoek dat deze operatie erg onvoorspelbare uitkomsten geeft in patiënten ouder dan 60-65 jaar en/of bij mensen met een compleet onvermogen om de arm op te tillen vóór de operatie.
Bij oudere patiënten (> 70 jaar geldt als algemeen afkappunt) is de kwaliteit van de pees voor een repair en de genezing van de pees vaak onvoldoende voor een goed resultaat. Bij deze groep bestaan er 2 opties.
Bicepspees tenotomie en nettoyage (schoonmaken)
Bij deze ingreep wordt dan de schouder schoongemaakt en de lange bicepspees doorgenomen (bicepspees tenotomie) en de pees niet gehecht; dit geeft in het algemeen een goede verlichting van de pijn. Door dat de belangrijkste aanhechting van de biceps ( de korte pees) intact blijft, is er geen afname in kracht of functie na een tenotomie van de lange bicepspees. Wel kan de vorm van biceps (de spierbal op de bovenarm) veranderen, deze staat dan lager (dus meer richting de elleboog) en wordt wat ronder (het popeye fenomeen).
Beloop
De meeste mensen hebben na de operatie veel minder pijn. De kracht komt ook vaak weer terug. Het lijkt erop dat ook bij gezonde mensen die ouder zijn dan 65 de resultaten goed zijn. Soms scheurt de pees weer. Opnieuw hechten kan bij gezonde mensen alsnog goed resultaat geven.
Bijlagen
Referentie: Ocon.nl, drs. H. Uslu