Stemvorkproeven

Algemeen

Fysiologisch kunnen we het oor onderverdelen in een geleidingsdeel en een perceptief deel.

Een geleidingsverlies van het oor betreft een stoornis van de uitwendige gehoorgang, het trommelvlies, het middenoor en of de gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel). Een geleidingsstoornis is vaak reversibel en goed te behandelen.

Een perceptief verlies van het oor betreft een stoornis in het slakkenhuis, de haarcellen, zenuwcellen, gehoorzenuw en of de hersenen. Een perceptief verlies is irreversibel en meestal progressief van aard.

De behandeling richt zich op het toepassen van hulpmiddelen, zoals hoortoestellen of in ernstige gevallen van progressief verlies een cochleair implantaat.

Onderzoek

Proef van Rinne

Instructie

  • Plaats de stemvork op het mastoïd achter het te onderzoeken oor
  • Vraag de patiënt: ‘Hoort u dit?’
  • Houd daarna de stemvork met de beentjes parallel ongeveer op 2 cm vóór de gehoorgang
  • Vraag de patiënt: ‘Is dit harder of zachter?’

Interpretatie

  • bij harder : Rinne +: geen geleidingsverlies of een verlies < 25 dB, aanwezigheid perceptief verlies niet uitgesloten
  • bij zachter/even hard: Rinne -: geleidingsverlies van meer dan 25 dB

Proef van Weber

Instructie

  • Plaats de trillende stemvork midden op de schedel (of het voorhoofd)
  • Deze lateraliseert vaak al naar het slechte oor bij een geleidingsverlies van 15 dB.
  • Vraag de patiënt: ‘Waar hoort u dit het best: links, rechts of in het midden?’

Interpretatie

  • in het slechte (=aangedane, dove) oor: geleidingsverlies in het aangedane oor
  • in het goede (=niet-aangedane, gezonde) oor: perceptief verlies in het aangedane oor van >15 dB
  • in het midden
    -als patiënt goed hoort en bij een Rinne +/+: normaal gehoor bdz.
    -als patiënt slecht hoort en bij een Rinne +/+: symmetrisch perceptief verlies. bijv. presbyacusis of lawaaidoofheid.
    – als patiënt slecht hoort en bij een Rinne – /-: symmetrisch geleidingsverlies. Bijv. OME of chronische otitiden.

Differentiaal diagnose

DDx

Geleidingsverlies ( uitwendig of middenoor )

  • Cerumen-impactie ( oorsmeer )
  • Voorbijgaande disfunctie van de gehoorbuis ( infectie van de bovenste luchtwegen, allergieën )
  • Acute of chronische otitis media
  • Mastoiditis
  • Otosclerose
  • Verstoring van gehoorbeentjes
  • Trauma of barotrauma
  • Exostose door herhaalde blootstelling aan koud water
  • Glomus tympanicum ( middenoor tumor )
  • de ziekte van Paget

Perceptief verlies

  • Presbyacusis ( leeftijdsgebonden )
  • Overmatige blootstelling aan lawaai
  • Ziekte van Ménière ( endolymfatische hydrops )
  • Labyrinthitis
  • Hoofd trauma
  • Ototoxiciteit, bijv. Salicylaten, aminoglycosiden, lisdiuretica, cisplatine
  • Occlusie van ipsilaterale gehoorader ( acuut )
  • Erfelijk gehoorverlies
  • Auto-immuun : systemische lupus erythematosus ( SLE ), Wegener-granulomatose, Cogan’s syndroom
  • Andere systemische oorzaken : diabetes, hypothyreoïdie, hyperlipidemie, nierfalen, infecties (bijv. Mazelen, bof, syfilis )

Neuraal

  • Akoestisch neuroma
  • Multiple sclerose
  • Cerebrovasculaire aandoening