Algemeen
Luiereczeem is een uitslag in het luiergebied bij zuigelingen. Bijna alle zuigelingen krijgen in meer of mindere mate last van luiereczeem. Luiereczeem staat ook bekend als luieruitslag. Luieruitslag kan geen kwaad. Uw baby kan er wel erg veel last van hebben en daardoor veel huilen. Vooral als er plas of poep op de kapotte huid komt, doet dat pijn.
Symptomen
- Onscherp begrensde huidafwijking bestaande uit roodheid, blaasjes, ingedroogde blaasjes, rode bultjes en oppervlakkige wondjes.
- Opvallend is dat de uitslag zich ook bevindt op wrijfplaatsen (bijv. binnenzijde van de dijbenen).
- Als de luieruitslag langer dan 1 week bestaat is de kans op kolonisatie met gisten zoals Candida albicans groter. We zien dan aan de randen van de uitslag de kenmerkende fijne ringvormige schilfering. De randen zijn dan ook opvallend scherper begrensd met aan de randen zogenaamde “satellietlaesies” (zie foto)
Oorzaken
Door een combinatie van vochtige warmte en wrijving van de huid en de aanwezigheid van ontlasting en urine in het luiergebied.
Door wrijving en vocht wordt de huid beschadigd en de enzymen (proteasen en lipasen), aanwezig in de feces, tasten de beschadigde huid aan. Door de aanwezigheid van urine worden de bovengenoemde enzymen geactiveerd. De activiteit van deze enzymen in de ontlasting zou ook verhoogd zijn bij snelle passage van de darminhoud zoals bij diarree.
Sommige ouders/verzorgers gebruiken nog steeds graag katoenen luiers. Alleen het gebruik van een vochtabsorberende luier heeft (ook op pathofysiologische gronden) waarschijnlijk enige preventieve werking op het ontstaan van luieruitslag.
De precieze rol van de uit het luiergebied gekweekte schimmels, gisten en bacteriën zoals Candida albicans en Staphylococcus aureus in de pathogenese van luieruitslag is onduidelijk. Waarschijnlijk verergert de luieruitslag bij een secundaire (Candida) infectie.
Diagnose
Op basis van klinische kenmerken.
Differentiaal diagnose
Een Candida-infectie in het luier- of lies gebied is waarschijnlijk bij de aanwezigheid van scherp begrensd erytheem met satellietlesies en een schilferkraag. Andere aandoeningen die ook uitslag in het luiergebied kunnen geven zijn onder andere juveniele seborroïsche dermatitis, scabies en impetigo bullosa neonatorum. Vaak zijn deze aandoeningen op grond van het klinisch beeld (let ook op huiduitslag op andere plaatsen) te herkennen.
Beleid
Voorlichting:
- Gebruik liever geen katoenen luiers, maar multi-gelaagde wegwerpbroekluiers, omdat deze laatste veel meer vocht kunnen opnemen.
- Frequent luiers verwisselen, bijvoorbeeld om de 3 uur (7 tot 8 keer per dag !)
- Na het baden/ tijdens verschonen luiergebied goed afdrogen en even aan de lucht drogen, daarna inwrijven met zinkzalf. Deze handeling herhalen net zolang totdat de roodheid verdwijnt.
Medicatie:
Huidbeschermende middelen:
R/ Zinkoxidesmeersel FNA.
R/ Zinkzalf FNA.
R/ Zinkoliekalkwaterzalf FNA.
R/ Zinkoxidevaselinecrème 10%, tube à 30 g (Fagron nr. 103641), pot à 500 g (Fagron nr. 101976).
R/ Zinkoxidesmeersel vaseline ana, tube à 100 g (Fagron nr. 105809).
R/ Drs Leenarts Babybillenzalf (30% zinkoxide), pot à 100 g.
R/ Vaseline album (pure witte vaseline zonder toevoegingen).
R/ Barrière crèmes in ernstige gevallen (Comfeel Barrière crème, tube 60 ml; Conveen Critic Barrier barrière crème, tube 100 g).
R/ Vitamine E (alpha tocopherol) zalf. Zou een beschermende werking hebben, in een case serie neonaten op de IC (Manzoni 2005).
Anti-eczeem behandeling:
R/ Hydrocortisoncrème 1% FNA.
Antimycotica:
R/ Daktarin (miconazol 2%) creme 2 dd (wordt niet vergoed), of een andere antimycotische crème zoals Loprox.
R/ Loprox (ciclopirox 1%) crème, tube à 30 g, of een andere antimycotische crème.
Corticosteroïd + antimycoticum:
R/ Daktacort crème (miconazol 2% + hydrocortison 1%).
R/ Miconazol-hydrocortison zalf.
R/ Hydrocortison 1% in ketoconazol 2% crème, tube à 30 g (Fagron nr. 5042).
R/ Ketoconazol 2%, hydrocortison 1%, vaseline 20% in cetomacrogolcrème, tube à 30 g (Fagron nr. 102030).
Antimycoticum + zink:
R/ Miconazol 2% in zinkoxidesmeersel FNA, tube à 60 g (Fagron nr. 5112).
R/ Ketoconazol 2%, zinkoxide 10%, in cetomacrogol creme, tube à 30 g (Fagron nr. 105177).
R/ Clotrimazol-zinkoxidekalkwaterzalf 1% FNA (unguentum zinci oxidi et solutionis calcii cum clotrimazolo 1% FNA).
R/ Clotrimazol-zinkoxidesmeersel 1% FNA (linimentum zinci oxidi et clotrimazoli 1% FNA).
R/ Zymican (miconazol 0.25% in zinkpasta).
Corticosteroïd + zink:
R/ Hydrocortison 1% in zinkoxidesmeersel FNA.
R/ Hydrocortison 1% in zinksulfaatvaselinecrème 0.5% FNA.
R/ Hydrocortison 1% in zinkzalf, tube à 30 g (Fagron nr. 105771).
Corticosteroïd + antimycoticum + zink:
R/ Ketoconazol 2%, hydrocortison 1%, zinkoxide 10%, in cetomacrogol crème, tube à 30 g (Fagron nr. 105154).
R/ Miconazol 2%, hydrocortison 1% in zinkoxidesmeersel FNA, tube à 30 g (Fagron nr. 102089).
In bovenstaande lijst staan alleen preparaten met een klasse 1 corticosteroïd (hydrocortison) omdat het niet de bedoeling is om bij een baby in plooien en deels onder occlusie van een luierbroekje sterkere klassen te gebruiken. Er bestaan wel combinaties met triamcinolon die bij ernstige dermatitis en bij bejaarden van pas kunnen komen. Zie de opsomming onder smetplekken (intertrigo). Bijvoorbeeld onderstaande combinatie:
R/ Ketoconazol 2%, triamcinolon 0.1%, zinkoxide 10%, in cetomacrogol crème, tube à 30 g (Fagron nr. 105155).
Beloop
Hoewel luieruitslag soms hevig er uitziet, is de prognose goed. Indien u zich aan de voorzorgsmaatregelen houdt zullen de afwijkingen al binnen 1 week verdwijnen. Wanneer het eczeem blijft aanhouden kunt u het beste een consult vragen bij uw huisarts of dermatoloog. Er kan sprake zijn van een secundaire bacteriële- of schimmel infectie.
Bijlagen
Foto’s:
Luiereczeem met beginnende schimmelinfectie:
Luiereczeem met bijkomende Candida infectie:
Referentie: Thuisarts, NHG, Huidziekten, Huidarts, Medicom formularium