sinds, frequentie, hoeveelheid, dag/nacht, wanneer niet/wel, broekpoepen/plassen, slaappatroon (snurken, onrust, slaapwandelen), vochtinname, obstipatie, mictie: dysurie, vaker plassen, persen bij mictie, nadruppelen. Functioneren dagelijks, ontwikkelingsstoornis, stress/angst/kindermishandeling, verandering op school/thuis, medicatie.