Symptomen
Naast slecht horen:
- Zachte geluiden slecht horen, maar harde geluiden zijn juist vervelend.
- ‘bijgeluiden’ horen, zoals piepen, ruisen of brommen (oorsuizen).
- slechte concentratie
- moeite met spraak verstaan (vooral in rumoerige omgeving)
- sterke gelaatgerichtheid
- niet reageren op normaal aanspreken
- vermoeidheid
- hoofdpijn
- televisie en muziek op hard volume willen zetten.
Oorzaken
Kan het gevolg zijn van een geleidingsverlies en/of een perceptief verlies.
Geleidingsverlies
Wordt veroorzaakt door afwijkingen aan de gehoorgang, het trommelvlies of het middenoor, waaronder de gehoorbeenketen.
Oorzaken:
- afsluitende cerumenproppen
- otitis media acuta
- otitis media met effusie
- Verkoudheid
- Tromelvliesperforatie
- mastoiditis
- otosclerose: overmatige botwoekering of botgroei op en rondom de stijgbeugel in het middenoor, waardoor de beweeglijkheid van de stijgbeugel langzaam afneemt. Vaak tussen het 20e en 40e levensjaar, vooral vrouwen.
- cholesteatoom: ophoping van epitheel in het middenoor met opstapeling van keratine, waarbij superinfecties met otorroe, ostitis en mucosa-inflammatie met granulaties kunnen
- traumata, bijvoorbeeld door manipulatie in de gehoorgang (met (watten)staafjes of iatrogeen door uitspuiten), of acute drukveranderingen (barotrauma), zoals bij een klap op het oor, een knal (bijvoorbeeld door vuurwerk) of duiken, kunnen leiden tot een trommelvliesperforatie met acuut geleidingsverlies en soms ook perceptief verlies. Een schedelbasisfractuur kan zowel geleidingsverlies (bijvoorbeeld door een hematotympanon) als perceptief verlies veroorzaken.
- exostose door herhaalde blootstelling aan koud water
- glomus tympanicum (middenoor tumor)
- de ziekte van Paget
Perceptief verlies
- wordt veroorzaakt door aandoeningen van het slakkenhuis, de gehoorzenuw of het centrale auditieve zenuwstelsel
- is meestal irreversibel, waardoor de patiënt is aangewezen op hulpmiddelen
Oorzaken:
- door geluid (zoals luide muziek, lawaai op het werk)
- oresbyacusis ( leeftijdsgebonden )
- de ziekte van Ménière
- labyrinthitis
- hoofd trauma
- ototoxische geneesmiddelen, bijv. Salicylaten, aminoglycosiden, lisdiuretica, cisplatine
- occlusie van ipsilaterale gehoorader ( acuut )
- acusticusneurinoom
- plotseling gehoorverlies (sudden deafness)
- erfelijk gehoorverlies
- auto-immuun : systemische lupus erythematosus ( SLE ), Wegener-granulomatose, Cogan’s syndroom
- andere systemische oorzaken : diabetes, hypothyreoïdie, hyperlipidemie, nierfalen, infecties (bijv. Mazelen, bof, syfilis )
Neuraal
- akoestisch neuroma
- multiple sclerose
- cerebrovasculaire aandoening
Bij kinderen vaak:
verstopt oor door oorsmeer, verkoudheid, middenoorontsteking, slijmoor, trommelvliesperforatie, erfelijke ziekte, ziekte van moeder tijdens zwangerschap, hersenvliesontsteking, bof, opname op de intensive care als jong kind, lawaai.
Diagnose
Anamnese:
- duur, ernst en beloop, locatie
- oorpijn, jeuk, otorroe, verstopt gevoel
- episoden van LWI, otitiden, vaker verstopte oren
- ooroperaties, trommelvliesperforatie, meningitis, bof in de VG
- erfelijke of familiaire aandoeningen
- frequent verblijf in lawaaierige omgeving (door werk of hobby), het gebruik van oortelefoons
- Traumata (manipulatie in de gehoorgang, klap op het oor, penetratie door voorwerp)
- gebruik van ototoxische geneesmiddelen (aminoglycosiden, (hydro)kinine, cytostatica en in geringe mate lisdiuretica)
- aanvallen van (draai)duizeligheid, misselijkheid, oorsuizen
- Bij kinderen:
– problemen tijdens de zwangerschap (infecties zoals rubella of cytomegalie) of partus.
– uitslag van de gehoorscreeningstest (info is op te vragen bij de jeugdgezondheidszorg).
– taal- en spraakontwikkeling.
– functioneren op school en bij sport
Aanvullend onderzoek
Otoscopie
Let op:
- cerumenprop of otorroe in de gehoorgang
- zwelling, schilfering, roodheid, vesiculae of erosies van de gehoorgang
- kleur, doorschijnendheid, lichtreflectie en eventuele perforatie van het trommelvlies
- aanwezigheid van een vloeistofspiegel of luchtbel(len) achter het trommelvlies
- inspectie van de retroauriculaire regio op littekens, roodheid en zwelling
Stemvorkproeven
Zie https://dokteruslu.nl/stemvorkproeven
Audiologisch centrum of KNO-arts
Bij kinderen < 6 jaar: objectivering van het gehoorverlies (bijvoorbeeld door middel van BERA-onderzoek) in een audiologisch centrum. Kinderen van 4 tot 6 jaar kunnen in een audiologisch centrum of door de kno-arts onderzocht worden. Hierbij wordt de ernst van het gehoorverlies nader ingeschat en wordt nagegaan of met gehoorrevalidatie een eventuele verbetering te verwachten is.
Bij kinderen ≥ 6 jaar: audiometrie met behulp van een screeningsaudiometer in de eigen praktijk of via verwijzing naar de jeugdgezondheidszorg (zie de bijlage).
Bij volwassenen: audiometrie in de eigen praktijk, in een eerstelijns diagnostisch centrum of bij een audicien.
Tympanometrie
Kan een indruk worden verkregen van het mogelijk bestaan van middenooreffusie of een trommelvliesperforatie.
Beleid
Adviezen algemeen
Bescherm uw oren tegen lawaai (bijv geen hard muziek via oordopjes)
Eventuele hoorsmeer laten uitspuiten
Geef mensen met we u praat tips:
- Spreek langzaam en duidelijk. Praat niet te hard.
- Zorg dat uw gezicht altijd goed te zien is.
- Doe geen hand voor uw mond.
- Praat met 1 persoon tegelijk. Praat niet door elkaar.
- Ga niet verder dan 2 meter uit elkaar zitten of staan.
- Zet radio, tv of ander geluid uit.
- Loop in een drukke omgeving naar een rustige plek om elkaar te spreken.
Hoortoestel via een hoorwinkel
Verdere beleid afhankelijk van oorzaak
Adviezen specifiek bij kinderen
- Zorg ervoor dat er geen lawaai in huis is als u tegen uw kind praat. Zet de radio of televisie zacht of uit.
- Raak uw kind even aan als u tegen hem/haar gaat praten.
- Kijk elkaar aan en spreek langzaam en duidelijk.
- Zorg dat uw kind er met zijn/haar aandacht bij is.
- Vraag of uw kind u heeft verstaan.
- Laat uw kind herhalen wat u heeft gezegd.
- Reageer direct als uw kind iets vraagt.
Medicatie
Soms helpt prednisolon in de eerste 14 dagen bij acuut onstane onverklarbare gehoorverlies.
Beloop
Bij onverklaarde plotselinge doofheid:
- Bij ongeveer 1 op de 3 mensen wordt het gehoor vanzelf weer beter.
- Bij ongeveer 1 op de 3 mensen wordt het gehoor wel wat beter, maar niet helemaal.
- Bij ongeveer 1 op de 3 mensen wordt het gehoor niet meer beter.
- In de eerste weken dat u slecht hoort, is de kans het grootst dat u weer beter gaat horen. Na 3 tot 6 maanden wordt het gehoor meestal niet verder beter.
Bijlagen
Referentie: Thuisarts, NHG-standaard
Extra informatie:
Stroomdiagram 1 voor kinderen met slechthorendheid:
Stroomdiagram 2 voor volwassenen met slechthorendheid: