Overactieve blaas

Algemeen

De plas wordt opgehouden door een sluitspier rond de uitgang van de blaas (in de plasbuis). Bovendien werken de bekkenbodemspieren als een afsluiting rond de plasbuis. De bekkenbodemspieren vormen een soort strakke hangmat waar uw blaas op steunt. Bij het opslaan van de urine wordt uw blaas opgerekt. Bij 150 tot 200 milliliter vulling van de blaas krijgt u aandrang om te plassen. U stelt het plassen uit door de sluitspier en de bekkenbodemspieren aan te spannen. Door het aanspannen van de spieren in de blaaswand en het ontspannen van de sluitspier en de bekkenbodemspieren, kunt u plassen. Gewoonlijk plast u ongeveer eens in de 3 à 4 uur.

Een overactieve blaas (OAB) is een vorm van urine-incontinentie (urineverlies). Bij een overactieve blaas heeft u geen controle meer over de blaas en kunt u meestal niet zelf bepalen wanneer en hoe vaak u wilt plassen. U kunt hierbij ook last hebben van matig tot ernstig urineverlies en heel vaak en soms veel moeten plassen. Een overactieve blaas kan zowel bij mannen als vrouwen voorkomen.

Symptomen

  • Vaak en heel sterk het gevoel hebben dat u moet plassen.
  • Heel vaak moeten plassen (meer dan acht keer per dag en meer dan één keer per nacht).
  • De plas niet meer kunnen ophouden zodra u de aandrang hebt.
  • Sommige mannen hebben ook last van problemen met de ontlasting (verstopping of verhoogde aandrang).
  • De klachten kunnen ook hinderlijk zijn bij het vrijen.

Grote impact op het dagelijks leven

Zeer frequent naar het toilet moeten, kan de dagelijkse activiteiten en zelfs uw sociale leven flink verstoren. s ’Nachts veel moeten plassen kan leiden tot slaapgebrek en vermoeidheid.

Als er ook nog sprake is van ongewild urineverlies (dit hoeft niet), kan dit leiden tot een dagelijks leven dat rondom het toilet gepland wordt, met daarbij sociaal isolement en gevoel van schaamte.

Oorzaken

Bij een overactieve blaas is de blaas extra prikkelbaar. De blaas spant zich al aan als hij nog helemaal niet vol is. Uw hersenen krijgen ook al een seintje dat u naar de wc moet als hij nog helemaal niet vol is. De blaas voelt dus voller aan dan hij echt is. Hierdoor moet u vaak plotseling nodig naar de wc. Dit kan overdag als ook ’s nachts gebeuren. Vaak is er geen duidelijke oorzaak.

De kans dat de blaas zich te snel aanspant is groter:

  • Ouderdom
  • wanneer u, uit voorzorg, extra vaak naar de wc gaat. Uw blaas is dan niet meer gewend om de plas op te houden. Het wordt daardoor lastiger om de plas op te houden.
  • bij angst om ongewild urine te verliezen.
  • als u voortdurend de bekkenbodemspieren aangespannen houdt.
  • Alcohol, cafeïne houdende dranken, nicotine of drugs, stress
  • Medicijnen (bijvoorbeeld bepaalde plaspillen en medicijnen tegen depressie of psychose).
  • bij irritatie van de blaas bijvoorbeeld na een blaasontsteking of bestraling (radiotherapie);
  • na een operatie in het kleine bekken (bijvoorbeeld een operatie tegen urineverlies bij inspanning).
  • Problemen met de prostaat (goedaardige prostaatvergroting)
  • Afwijkingen in de blaas, zoals blaasontstekingen, blaasstenen en blaastumoren.
  • Afwijkingen van het zenuwstelsel zoals beschadigingen of specifieke ziekten zoals Alzheimer, Parkinson en Multiple Sclerose.

Diagnose

Urineonderzoek
Urineonderzoek om een blaasontsteking uit te sluiten.

Flowmetrie
Bij flowmetrie wordt u gevraagd om uit te plassen in de flowtoilet. Een apparaat dat de kracht van de urinestraal meet. Aan de hand van deze meting kunnen we zien of er eventueel een blaasontledingsstoornis is.

Onderzoek door bekkenfysiotherapeut
Als blijkt dat u uw bekkenbodemspieren niet op de juiste manier functioneren kan bekkenfysiotherapie een uitkomst bieden.

Urodynamisch onderzoek
Een urodynamisch onderzoek laat zien hoe uw blaas functioneert. Zo kan vastgesteld worden wat de oorzaak is van uw plasklacht en wat de beste behandeling is voor uw probleem.

Beleid

Adviezen:

  • Medicijnen  vermijden die overactieve blaas kunnen veroorzaken
  • Afvallen
  • Vermijd 2 weken lang alcohol, cafeïne houdende dranken, nicotine of drugs als test.
  • Zorg wel dat u genoeg blijft drinken (anderhalve liter vocht per dag).
  • Houd een plasdagboek bij. U kunt dan zien of de blaastraining helpt.

Blaastraining:

  • Oefeningen via bekkenfysiotherapeut doen waarbij u het plassen steeds uitstelt.
  • Er is ook een app voor op uw telefoon of tablet: URinControl.
  • Zo leert u de plas steeds langer op te houden. U moet dan gedurende een langere periode dagelijks oefeningen blijven doen.
  • De meeste mensen merken dat de klachten verminderen of stoppen.
  • Blaastraining helpt alleen zolang u de oefeningen regelmatig blijft doen.

Lees hier meer over blaastraining.

Bekkenbodemoefeningen:

Een behandeling die vaak bij vrouwen wordt gedaan, is het beter leren controleren van de bekkenbodemspieren door middel van bekkenbodemoefeningen. De bekkenfysiotherapeut helpt een beter gevoel te krijgen in de bekkenbodemspieren zodat je ze leert aanspannen en ontspannen.

Medicatie:

Heeft 3 maanden blaastraining nog te weinig geholpen? Medicijnen tegen een overactieve blaas zorgen ervoor dat de blaasspier zich ontspant. Hierdoor trekt de blaas zich minder vaak samen en kan er meer urine in de blaas vastgehouden worden. Vaak worden medicijnen gebruikt in combinatie met blaastraining. De medicijnen zorgen ervoor dat de symptomen bestreden worden. De blaastraining wordt dan gebruikt om de controle over uw blaas weer terug te krijgen.

Tolterodine tartraat capsule MGA 4MG 1dd1 capsule
Oxybutynine pleister MGA 36MG  2dd1 pleister, is 2de keus
Tena lady normaal

Zenuwstimulatie
Stimulatie van de zenuwen die naar de blaas gaan. Wanneer bepaalde zenuwen worden gestimuleerd, trekt de blaas minder vaak samen. Er zijn verschillende manieren van zenuwstimulatie:

  • Bij percutaneous tibial nerve stimulation (PTNS) wordt een zenuw bij uw enkel gestimuleerd om ongewenste signalen naar de blaas, endeldarm en de sluitspieren te blokkeren. Dit heeft een gunstig effect op de zenuwen die naar de bekkenorganen lopen. De behandeling wordt poliklinisch uitgevoerd, eenmaal per week gedurende 30 minuten. Een volledige behandeling omvat 12 behandelingen gedurende 12 opeenvolgende weken.
  • Bij sacrale neuromodulatie (SNS) krijgt u een soort pacemaker in uw onderrug. Hierbij worden via elektrodedraadjes zwakke stroomsignalen afgegeven aan de zenuwen die vanuit het heiligbeen naar de bekkenorganen lopen. Zo worden verkeerde signalen naar de bekkenorganen geblokkeerd. De neurostimulator die de stroomsignalen produceert, wordt onder de huid ingebracht als een proefbehandeling heeft aangetoond dat deze methode voor u werkt. Als u voor deze behandeling in aanmerking komt, dan wordt u verwezen naar het Catharina ziekenhuis die hiermee goede expertise hebben.

Botox:
Door botox in de blaasspier te spuiten, wordt deze rustiger en neemt het gevoel van drang en urineverlies af. De resultaten zijn zeer bemoedigend (tot 80% genezing). Botox werkt zes tot negen maanden. De botoxinjecties kunnen worden herhaald zonder schade aan de blaas. U bepaalt zelf aan de hand van uw klachten wanneer u de behandeling wilt herhalen. Echter zijn lange termijn resultaten nog niet bekend.

Blaasvergroting:
Een laatste redmiddel is een blaasvergroting. U krijgt dan een operatie waarbij de arts een stuk darm in uw blaas zet. Na deze operatie kunt u soms niet meer normaal plassen. U moet dan katheteriseren. De frequentie van katheterisatie kan variëren van één keer voor de nacht tot iedere plas.

Beloop

Heeft u met uw huisarts afgesproken om blaastraining te doen, kom dan na 2 en na 6 weken weer voor controle. Het kan zijn dat de klachten overgaan en na verloop van tijd terugkomen. Blijf daarom regelmatig oefenen. Geven de oefeningen na 3 maanden nog geen verbetering? Bespreek dan met uw huisarts de verdere mogelijkheden. Soms is het ook nodig om bekkenbodemoefeningen te doen.

Bijlagen

Referentie: Thuisarts, Medicom Formularium, mmc.nl