Griep (influenza)

Algemeen

  • De medische naam van het griepvirus is influenzavirus.
  • De incubatietijd is 1-5 (meestal 3-4) dagen. 15-75% verloopt asymptomatisch.
  • Het komt vooral voor tussen december en april.
  • Sommigen worden heel ziek, anderen minder.

Symptomen

Acuut begin (binnen paar uur) van de klachten:

  • ≥ 1 van de volgende 4 systemische symptomen:
    • koorts of gevoel van koorts (stijgt vaak plots, gepaard met koude rillingen)
    • algehele malaise
    • hoofdpijn
    • spierpijn
  • en ≥ 1 van de volgende 3 respiratoire symptomen:
    • hoesten
    • keelpijn
    • kortademigheid
  • Ook maag-darmsymptomen komen voor.

Oorzaken

  • Er zijn 3 typen influenzavirus (A, B en C).
  • Het is besmettelijk
  • Transmissie via hoesten en niezen, contact met een oppervlak of object waarop virus aanwezig is bijv. handen schudden).
  • Piek ontstaat binnen 3 dagen na begin symptomen, daarna zakt het af. Binnen 5-9 dagen is het virus verdwenen in het lichaam.
  • Jonge kinderen en kwetsbare mensen kunnen het virus meer dan 10 dagen uitscheiden.

Wanneer kan ik anderen besmetten:

  • 1 dag voor ontstaan symptomen
  • Op 3de dag van symptomen ben je meest besmettelijk
  • Kans op besmetting na 5-9 dagen na symptomen vaak klein
  • Jonge kinderen kunnen tot 14 dagen na ziek zijn besmetten
  • Met slechte afweer kunnen je anderen weken/maanden besmetten

Diagnose

Anamnese:

  • mate van ziek zijn
  • hoesten, keelpijn, dyspneu
  • koorts en/of koude rillingen
  • of er sprake is van terugkerende koorts na een koortsvrije periode
  • algehele malaise, hoofdpijn, spierpijn
  • duur en beloop van de klachten; of er sprake is van een acuut begin; eerste ziektedag
  • huidige griepvaccinatiestatus
  • woonomstandigheden (woonzorgcentrum of andere instelling)
  • risicofactoren voor complicaties
    • comorbiditeit en medicatiegebruik
    • zwangerschap

Lichamelijk onderzoek:

Algmeen: mate van ziek zijn, koorts, verwardheid, sufheid, tekenen van dehydratie.
Longen: pleurawrijven, crepitaties, éénzijdige auscultatoire afwijking, demping
KNO: zo nodig
Controles: bloeddruk, adem- en hartfrequentie en zuurstofsaturatie.

Diagnostiek

Moleculaire laboratoriumdiagnostiek (PCR) niet voor diagnose nodig.
– Hoe: wattenstaafje  in de neus en keel
– Andere indicatie: bij het starten van oseltamivir, behandeling staken bij een negatieve uitslag.

Evaluatie

Er is sprake van een vermoeden van influenza bij:

  • een influenza-achtig ziektebeeld:
    • acuut begin van de klachten
    • EN ≥ 1 van de volgende 4 symptomen: (gevoel van) koorts; algehele malaise; hoofdpijn; spierpijn
    • EN ≥ 1 van de volgende 3 respiratoire symptomen: hoesten; keelpijn; kortademigheid
  • tijdens een influenza-epidemie of na contact met een patiënt met een bewezen influenzavirusinfectie
  • Een positieve PCR-test bevestigt het vermoeden van influenza.

Differentiaal diagnose

  • Andere virussen (zoals respiratoir syncytieel virus, rinovirus of SARS-CoV-2).
  • Pneumonie
  • Longembolie
  • Acuut coronair syndroom (Plotselinge (toename) (hevige) retrosternale pijn, evt. uitstraling, vegetatieve klachten
  • Hartfalen (Kortademigheid, orthopneu, verminderde inspanningstolerantie, vermoeidheid, perifeer oedeem)
  • Longaanval astma/COPD

Beleid

Adviezen:

  • voldoende vochtinname
  • rust zo nodig: bedrust is niet noodzakelijk, maar sporten/zware lichamelijke activiteit kan beter worden vermeden zolang er koorts is.
  • In de herstelfase kan de activiteit geleidelijk weer worden opgebouwd.
  • bij bedlegerigheid regelmatig even bewegen, bijv door 2-3 keer per dag 5-10 minuten uit bed te komen.

Besmetting voorkomen bij anderen door:

  • Raak zo weinig mogelijk uw gezicht aan.
  • Nies en hoest in uw elleboog.
  • Was uw handen vaak met water en zeep.
  • Gebruik papieren zakdoekjes om uw neus te snuiten. Gooi de zakdoekjes meteen weg.

Medicatie:

Antibiotica

Indicatie: alleen bij sterk vermoeden van een bacteriële (co-)infectie.

Antivirale middelen
– Er zijn twee soorten virusremmers: oseltamivir tablet en zanamivir IV (2de alternatief)
– Indicatie: ernstig ziek, zeer hoog risico patiënten, bij voorkeur <48 uur na het ontstaan van symptomen
– Neem eerst moleculaire laboratoriumdiagnostiek (PCR) en start direct en stop bij een negatieve PCR-uitslag
– Bijwerkingen virusremmers: hoofdpijn, misselijk, braken, diarree
– Medicatie:

Postexpositieprofylaxe

  • Overweeg het voorschrijven van oseltamivir als postexpositieprofylaxe bij patiënten met een zeer hoog risico op een ernstig beloop van influenza, ongeacht vaccinatiestatus, bij voorkeur < 48
  • Bijvoorbeeld bij een bewezen influenzavirusinfectie binnen het huishouden van de patiënt.
  • Ook mantelzorgers van kwetsbare patiënten kunnen het krijgen.

Beloop

  • Luchtweginfectie is kortdurend en gaat vanzelf over.
  • De koorts daalt na 2-6 dagen en treedt herstel op binnen enkele dagen
  • Volledig (meestal moeheid) binnen 1-3 weken.
  • Ernstige complicaties:
    • primaire virusinfecties zoals virale pneumonie en myocarditis, en secundaire bacteriële infecties, zoals bacteriële pneumonie.
    • Het kan bestaande comorbiditeit ontregelen, zoals diabetes mellitus, cardiale en pulmonale aandoeningen, depressie en dementie.

Controle

  • Overweeg zo nodig een controlemoment.
  • Instrueer de patiënt in ieder geval contact op te nemen bij:
    • toenemende klachten of achteruitgang
    • kortademigheid/benauwdheid
    • aanhoudende klachten
    • terugkerende koorts
    • pijn op de borst
    • collaps
    • bijkomende andere klachten zoals verwardheid

Consultatie en verwijzing

  • Verwijs een ernstig zieke patiënt naar de internist, longarts of geriater voor beoordeling.
  • Overweeg consultatie of verwijzing bij toenemende of persisterende klachten, met name bij patiënten met een verhoogd risico op een ernstig beloop.
  • Overleg laagdrempelig met de behandelend medisch specialist bij patiënten met een ernstige afweerstoornis of behandeling met oseltamivir bij die specifieke afweerstoornis geïndiceerd is en over de duur van de behandeling.

Bijlagen

Meer informatie:

griepvaccinatie:

Werking: na 2 weken, werkt voor halfjaar.

Indicatie risicogroepen:

  • 60 jaar of ouder.
  • Woont in een verpleeghuis.
  • Ziekte aan hart of bloedvaten die niet meer overgaat.
  • Ziekte aan uw longen, bijvoorbeeld astma of COPD.
  • Diabetes (suikerziekte).
  • Nierziekte
  • Ziekte aan spieren, zenuwen of hersenen. Bijv. ALS, de ziekte van Parkinson, epilepsie, dementie, beroerte.
  • U heeft weinig afweer door:
    • een ziekte, bijvoorbeeld kanker of MS
    • medicijnen die uw afweer minder maken, bijvoorbeeld als u een nieuwe nier heeft gekregen
    • een medische behandeling, zoals chemotherapie of een beenmerg-transplantatie
  • Overgewicht.
  • Verstandelijke beperking.
  • HIV.
  • Cochleair implantaat.
  • Kinderen met spier/zenuwziekte, erge achterstand in ontwikkeling, langdurig salicylaten slikken. Als kinderen jonger zijn dan 9 jaar en nog niet eerder een griepprik hebben gehad, krijgen ze na 4 weken een tweede griepprik.
  • Zwangerschap: Vanaf 22 weken, tussen 15 oktober en 1 maart op het het consultatiebureau.
  • Als je in de zorg werkt.

Referentie: Thuisarts, NHG-standaard