Hormoonpleister

Algemeen

  • De hormoonpleister is een dunne, huidkleurige pleister. Je plakt de pleister op je huid.

Werkzame stof

  • De hormoonpleister bevat 2 hormonen (oestrogeen en progestageen).

Gebruik

  • Begin met de pleister op de 1e dag van je ongesteldheid. Dan ben je meteen tegen zwangerschap beschermd.
    • Begin je tussen de 2e of 5e dag van je ongesteldheid? Dan ben je niet meteen beschermd. Gebruik dan de eerste 7 dagen een condoom als je seks hebt.
  • Je plakt 1 keer per week een nieuwe pleister op je huid.
  • Je doet dit 3 weken achter elkaar.
  • De 4e week plak je geen pleister. In deze stopweek word je ongesteld.
  • Na deze stopweek begin je opnieuw met 3 weken elke week een pleister.

Je plakt de pleister op een stukje schone, droge, onbehaarde huid op één van deze plekken op je lichaam:

  • bil
  • buik
  • buitenkant bovenarm
  • bovenkant romp

Een nieuwe pleister plak je weer op een ander stukje huid (niet op dezelfde plek).

Werking

De hormonen zorgen voor:

  • je geen eisprong hebt
  • het slijm in je baarmoedermond dikker wordt; zaad (sperma) komt daar dan minder goed doorheen
  • een bevrucht eitje zich niet kan vastmaken in je baarmoeder

Menstruatie uitstellen met hormoonpleister

Zo kun je je ongesteldheid uitstellen:

  • Verwijder de pleister zoals gebruikelijk na de 3e week.
  • Hierna plak je direct een nieuwe pleister op de huid. Je slaat de stopweek dus over, waardoor je niet ongesteld wordt.
  • Daarna plak je weer elke week een nieuwe pleister.
  • Je mag niet langer dan 6 weken elke week een pleister plakken. Daarna moet je weer een stopweek hebben.

Voordelen

  • Je weet wanneer je ongesteld wordt;
  • je hoeft maar één keer per week aan anticonceptie te denken;
  • je kunt zelf bepalen wanneer je ongesteld wordt, door de stopweek over te slaan;
  • in tegenstelling tot de anticonceptiepil, blijft de pleister betrouwbaar als je diarree hebt of moet overgeven.

Nadelen

  • Afhankelijk van waar je de pleister plakt, kun je deze zien zitten;
  • je kunt vergeten om een nieuwe pleister op te plakken;
  • je bent niet beschermd tegen een soa.

Bijwerkingen

  • hoofdpijn
  • gespannen borsten
  • somberheid
  • minder zin in seks
  • een beetje bloedverlies op dagen dat je niet ongesteld bent
  • soms roodheid/irritatie van de huid waar je de pleister plakt.

Deze klachten verdwijnen meestal als je de pleister een paar maanden hebt gebruikt.

Contra-indicatie

  • Jonger dan 18 jaar
  • Je zwaarder bent dan negentig kilo;
  • Rokers en ouder dan 35 jaar (meer kans op hart- en vaatziekten)
  • Diabetes mellitus
  • Migraine met aura en roken (meer kans op een beroerte)
  • Trombose of longembolie hebt gehad (meer kans op weer trombose of longembolie)
  • Familieleden hebt met trombose of hart- en vaatziekten, borstkanker
  • Hartinfarct of beroerte hebt gehad (meer kans op weer een hartinfarct of beroerte)
  • borstkanker hebt of hebt gehad drager bent van het BRCA-gen of er veel borstkanker in de familie voorkomt, en je ouder dan 35 jaar bent
  • bepaalde medicijnen gebruikt, bijvoorbeeld tegen epilepsie

een verhoogd risico hebt op hart- en vaatziekten door:

  • roken
  • hoge bloeddruk
  • een hoog cholesterol
  • diabetes mellitus
  • overgewicht
  • dat je ouders, broers of zussen jonger dan 60 jaar hart- en vaatziekten hebben gehad

Bloedingspatroon

  • Bij deze hormoonpleister heb je meestal minder bloedverlies als je ongesteld wordt.
  • Je wordt in de stopweek ongesteld. Je weet dus wanneer je ongesteldheid er aan komt.
  • In het begin kun je wat bloedverlies hebben op dagen dat je niet ongesteld bent. Dit gaat meestal na 3 maanden vanzelf over.

Kosten

€75,- per 6 maanden.

Bijlagen

Meer informatie:

De pleister kan soms loslaten van de huid, zonder dat je het merkt. Als je dit pas na 24 uur ontdekt ben je niet meer tegen zwangerschap beschermd. Kijk dan in de bijsluiter wat je moet doen.

Als je de hormoonpleister steeds op tijd wisselt, is de kans op zwangerschap heel klein. Ben je vergeten de pleister na een week te wisselen? Kijk dan in de bijsluiter wat je moet doen.

Referentie: Thuisarts, Artsenzorg