Iets ergs meegemaakt

Algemeen

Als u iets ergs meemaakt, kunt u klachten krijgen. Dit kan bijv. gebeuren na het meemaken van:

  • verkeersongeluk
  • seksueel geweld, bijv. verkrachting
  • lichamelijk geweld
  • psychisch geweld, bijv. als kind verwaarloosd worden
  • het plotseling overlijden van iemand waarvan u houdt
  • oorlog, een (natuur)ramp of terrorisme
  • vluchten uit uw eigen land.

Veel mensen zijn na zoiets erg geschrokken of in de war. Meestal gaat het na een paar dagen tot weken beter. De klachten gaan dan vanzelf weer helemaal weg.

Soms zijn de klachten heel heftig of gaan ze niet vanzelf weg. Dan kan het een acute stressstoornis zijn of een posttraumatische stressstoornis (PTSS):

  • Een acute stressstoornis ontstaat meestal direct na de gebeurtenis. In elk geval binnen 4 weken. Het duurt minimaal 3 dagen en maximaal 4 weken.
  • PTSS kan ontstaan als de nare gebeurtenis al langer dan 4 weken geleden is. Soms zelfs pas jaren erna. De klachten duren langer dan 4 weken.

Van de 100 mensen die iets erg meemaken krijgen er 5 tot 10 PTSS.

Sommige mensen krijgen geen PTSS als ze iets ergs meemaken, maar wel andere psychische problemen, bijvoorbeeld een depressie of een angststoornis.

Symptomen

  • slecht slapen, nare dromen
  • de erge gebeurtenis opnieuw beleven in uw hoofd
  • niet meer naar plekken durven die u doen denken aan de gebeurtenis
  • snel boos worden, of verdrietig
  • snel en heftig schrikken
  • bang zijn
  • een ‘verdoofd’ gevoel
  • dingen vergeten
  • niet goed kunnen opletten
  • niet op afspraken komen of op uw werk

Diagnose

Op basis van klinische kenmerken.

Beleid

Adviezen:

  • Zoek steun bij mensen die u vertrouwt. Vertel ze waar u last van heeft.
  • Probeer op tijd op te staan en naar bed te gaan (vast dagritme).
  • Eet regelmatig en gezond.
  • Bedenk wat uw gezonde en sterke kanten zijn. Wat gaat wél goed? Probeer die dingen te doen. Zo gaat u zich vaak beter voelen.
  • Ga wandelen, fietsen of hardlopen. Het liefst in de natuur. Ook als u geen zin heeft. Buiten zijn en bewegen geeft positieve energie.
  • Neem geen alcohol, drugs of kalmeringsmiddelen. Dit lijkt even te helpen, omdat het uw gevoelens verdooft. Maar deze middelen zijn ook verslavend. Het lost niks op en u krijgt er een extra probleem bij.
  • Zoek contact met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt (ervaringsdeskundigen of lotgenoten). Dat kan bijvoorbeeld via patiëntenverenigingen (kijk bij meer informatie).
  • Heeft u kinderen? Het is nu misschien moeilijk om voor ze te zorgen. U kunt minder aan en bent sneller boos. U zegt of doet misschien dingen waar u later spijt van heeft. Ga naar uw huisarts en praat erover.

Speciale behandeling:

Gesprekken met de praktijkondersteuner, psycholoog of psychotherapeut kunnen helpen.

Bijlagen

Referentie: Thuisarts