Koortslip

Algemeen

Een koortslip is veel voorkomende blaasjesziekte van de huid-en slijmvliezen, die vooral toeslaat tijdens momenten dat het afweersysteem verlaagd is. Een koortslip is een infectieziekte veroorzaakt door een virus, de zogenaamde “herpes simplex virus (afgekort HSV)”. De medische term voor een koortslip is “herpes labialis”.

Van het herpesvirus bestaan er twee typen: type 1, meestal verantwoordelijk voor herpesinfecties van gelaat en lippen, type 2, meestal de oorzaak van herpesinfecties rond de geslachtsorganen. Beide virustypen kunnen in principe elk gebied van huid en aangrenzende slijmvliezen aantasten, zodat bijvoorbeeld ook infecties met HSV type 1 ook op de geslachtsdelen kan optreden. Andersom is het mogelijk dat een herpes type virus 2 een koortslip veroorzaakt. De meeste mensen worden al op jonge leeftijd door het HSV besmet. De eerste HSV-infecties (zgn “primo-infecties”) zijn meestal minder ernstig bij kinderen dan bij volwassenen. De ernst ervan neemt toe met het ouder worden.

Drie tot negen dagen na de infectie treden de verschijnselen op. Bij een HSV-infectie blijft het virus levenslang in het lichaam aanwezig. U raakt de virus dus nooit meer kwijt!  Tijdens de primo-infectie verplaatst de virus zich via de plaatselijke zenuwuiteinden via de geïnfecteerde zenuwen naar de bij die zenuwen behorende zenuwknoop. Daar blijft het virus in een slapende vorm, levenslang aanwezig. Het kan zich daar op ieder moment opnieuw actief worden, zich vermenigvuldigen en weer koortslip geven.

Symptomen

  • Op of rond de lippen of het mondslijmvlies in groepjes gelegen blaasjes (vesikels) met helder vocht op een erythemateuze ondergrond.
  • Tintelingen of een branderige pijn gaan soms vooraf aan de klachten of gaan hiermee gepaard.
  • Na indroging van de blaasjes ontstaan korsten (crustae).

1e infectie

  • Een 1e infectie kan asymptomatisch verlopen. De meeste van deze primaire infecties of primo-infecties treden op in de kinderleeftijd. Kinderen kunnen bij een 1e infectie algemene malaise en koorts ontwikkelen, met kleine blaasjes en zweren (2 tot 10 mm) in de voorzijde van de mond en rondom de mond (herpetische stomatitis), tong en lippen, al dan niet gepaard gaand met een cervicale lymfadenitis. Na 1 tot 2 weken treedt spontane genezing op zonder littekens.
  • Bij adolescenten kan een 1e infectie zich voordoen als een ulcererende glossitis.
  • Bij volwassenen staan bij een 1e infectie keelpijn en halsklierzwellingen op de voorgrond, wat kan lijken op de ziekte van Pfeiffer.

Recidieven

Recidieven zijn eigenlijk reactivaties. Ze beperken zich bij jonge kinderen tot de mucosa van het palatum durum en bij oudere kinderen en volwassenen tot de lippen. Recidieven passeren de mucocutane overgang niet. In de meeste gevallen zijn ze kortdurend en in het algemeen leiden ze tot betrekkelijk weinig klachten. Recidieven kunnen zich gedurende het hele leven voordoen.

Risicogroepen

  • Bij besmetting van een neonaat met het herpesvirus bestaat het risico op neonatale herpes, een ernstig ziektebeeld met zeer ernstige complicaties, zoals herpesencefalitis, met een hoge mortaliteit. Neonatale herpes kan ontstaan door contact met een koortslip, maar waarschijnlijk is vooral een primo-infectie van herpes genitalis na de 34e week van de graviditeit een belangrijke risicofactor voor een ernstig beloop van een neonatale herpesinfectie .
  • Tijdens de zwangerschap verloopt een koortslip zelden ernstiger dan bij niet-zwangere vrouwen.
  • Patiënten met een gestoorde immuniteit hebben vaker recidieven, een ernstiger beloop en een hoger risico op complicaties, zoals een gedissemineerde infectie .
  • Bij patiënten met constitutioneel eczeem kan een koortslip in zeldzame gevallen leiden tot het ontstaan van eczema herpeticum, een ernstig ziektebeeld. Eczema herpeticum begint meestal bij een bestaande eczeemlaesie. Vervolgens verspreiden de herpeslaesies zich over de niet-aangedane huid, gepaard gaand met koorts, malaise en lymfadenopathie en een potentieel fatale gedissemineerde infectie.

Oorzaken
Een koortslip wordt veroorzaakt door het herpesvirus. Het virus zit in het vocht van de blaasjes. Via de handen, knuffelen en kussen verspreidt het virus zich. U kunt het virus ook krijgen door gebruik van voorwerpen van iemand met een koortslip, zoals bestek, kopjes, tandenborstel, handdoek of lippenbalsem.

De meeste mensen krijgen het virus al als kleuter. Meestal merkt u daar niets van. Maar zo’n eerste infectie kan ook klachten geven:

  • Kinderen kunnen er ziek van worden, koorts hebben en een ontsteking van de mond krijgen.
  • Bij tieners kan een ontsteking van de tong ontstaan.
  • Volwassenen kunnen keelpijn en opgezette klieren in de hals hebben.

Als u het virus eenmaal heeft, blijft het uw hele leven in uw lichaam. Het virus blijft zitten in de zenuwcellen van uw huid, maar is dan niet actief.

Het kan zijn dat u het virus bij u draagt, maar nooit een koortslip krijgt. Bij anderen wordt het virus soms weer actief. U merkt dat door jeuk of een branderig gevoel op of rond de lippen. Het virus kan opnieuw actief worden door:

  • zonlicht of zonnebank
  • koorts
  • een operatie
  • verkoudheid of keelontsteking
  • medicijnen die uw afweer verminderen (bijvoorbeeld chemotherapie)
  • stress en vermoeidheid
  • menstruatie
  • stoten van de lippen en wondjes

Seksueel contact

U kunt het virus via seksueel contact met uw mond of handen overbrengen op de geslachtsdelen van iemand anders. Op de geslachtsdelen kunnen dan blaasjes ontstaan.

Omgekeerd kan iemand met herpes genitalis het herpesvirus ook via de handen of via seksueel contact op uw lippen overbrengen.

Ernst

  • Een koortslip kan meestal geen kwaad. De blaasjes genezen meestal vanzelf binnen 10 dagen. Er ontstaat geen litteken.
  • Voor sommige mensen kan herpes wel gevaarlijk zijn.
  • Een koortslip is besmettelijk. Vooral als u de blaasjes krijgt en als ze opengaan. U kunt het virus dan makkelijk aan andere mensen geven, en verspreiden over uw eigen lichaam.
    Zijn de blaasjes opgedroogd en komt er een korstje op? Dan bent u veel minder besmettelijk.

Oogontsteking door koortslip
Het kan gebeuren dat u het herpesvirus via uw handen in uw oog brengt. Dan kunt u een oogontsteking krijgen. Uw oog wordt dan rood en pijnlijk. Deze ontsteking kan schadelijk voor uw oog zijn.

  • Raak uw koortslip dus niet aan.
  • En wrijf niet in uw ogen.

Risicogroepen voor ernstige klachten door een koortslip

Een infectie met het herpesvirus kan ernstige klachten geven. De infectie kan ernstig verlopen bij:

pasgeboren baby’s, mensen met een verminderde afweer, mensen met uitgebreid eczeem

Pasgeboren baby’s (jonger dan 1 maand)

Pasgeboren baby’s kunnen ernstig ziek worden na contact met het herpesvirus. Ze kunnen een ontsteking van de hersenen krijgen. De baby kan hieraan overlijden.

De meeste moeders hebben ooit in hun leven wel een keer een herpesinfectie gehad. Zij geven tijdens de zwangerschap via het bloed beschermende antistoffen aan de baby mee. Moeders die zelf nooit een herpesvirusinfectie hebben gehad, geven hun baby geen beschermende antistoffen tegen het herpesvirus mee.

Baby’s zonder antistoffen zijn na de geboorte extra kwetsbaar voor een herpesinfectie door een koortslip. De baby kan het virus ook tijdens de geboorte krijgen, als de moeder aan het eind van de zwangerschap voor het eerst een herpesinfectie van de schaamlippen of vagina heeft. Ook hiervan kan de baby ernstig ziek worden.

Mensen met verminderde afweer

Kans op recidieven en ernstig beloop zijn groter.  U kunt een sterk verminderde afweer hebben door: ziekten, zoals kanker, medicijnen, zoals chemotherapie of .

Mensen met uitgebreid eczeem

Heeft u uitgebreid constitutioneel eczeem? Heel soms leidt een koortslip dan tot een ernstig ziektebeeld. Hierbij ontstaan er door verspreiding van het virus blaasjes in een eczeemplek. Daarna breiden de blaasjes zich uit over de rest van uw huid. Hierbij heeft u koorts en wordt u ernstig ziek. Dit heet eczema herpeticum. Het komt heel zelden voor.

Diagnose

Anamnese

Vraag naar:

  • de frequentie van de recidieven; vraag bij een 1e consult vanwege een koortslip naar mondcontact of orogenitaal contact met iemand met herpeslaesies.
  • koorts en algemeen ziek-zijn
  • het begin van de (prodromale) klachten en het begin van huid- of slijmvliesafwijkingen
  • mogelijke uitlokkende factoren, zoals expositie aan zonlicht, uv-straling, stress, menstruatie
  • eerdere episoden en het beloop en de behandeling hiervan
  • aandoeningen of behandelingen die de weerstand verminderen: hiv-infectie, immunosuppressieve therapie (zoals na een orgaantransplantatie), hematologische maligniteit
  • (ernstig) eczeem (in de voorgeschiedenis)
  • gebruik van zelfzorgmiddelen
  • contact met neonaten

Lichamelijk onderzoek

  • Inspecteer de mondholte en de lippen en palpeer bij kinderen de hals. Let hierbij op:
    • blaasjes, zweertjes of korstjes (crustae) op de lippen of het slijmvlies van de mond, keel en tong
    • lymfeklieren in de hals (vergroot, pijnlijk?)
  • Let bij een primaire herpesinfectie op tekenen van dehydratie.

Aanvullend onderzoek

  • Aanvullend onderzoek is voor het stellen van de diagnose niet nodig en heeft bij immuuncompetente patiënten geen meerwaarde voor het bepalen van het beleid.
  • Overweeg een viruskweek of PCR alleen bij een zeer ernstig beloop of persisterende laesies waarbij er twijfel is over de diagnose.

Evaluatie

Stel de diagnose herpes labialis of primaire herpesinfectie op basis van de anamnese en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Denk differentiaaldiagnostisch aan:

  • impetigo vulgaris: bij een koortslip voelt de patiënt vaak al branderigheid voor de blaasjes ontstaan. Bij impetigo ontstaat pijn tegelijkertijd met de blaasjes en zijn er kenmerkende gele korsten. Onbehandeld breidt impetigo zich nogal eens geleidelijk uit en kunnen ook afwijkingen elders op het lichaam ontstaan; een koortslip geeft vaak (levenslang) recidieven, impetigo meestal niet
  • aften: ronde, oppervlakkige, pijnlijke ulcera op het slijmvlies van de mond.
  • infectie met coxsackievirus(hand-voet-mondziekte)
  • ziekte van Pfeiffer
  • ziekte van Behçet of erythema multiforme/syndroom van Stevens-Johnson(beide zeldzaam) .

Beleid

Voorlichting:

–  Vertel de patiënt dat een koortslip vooral besmettelijk is zolang blaasjes ontstaan en openbarsten.
De besmettelijkheid neemt af wanneer de blaasjes indrogen en er een korstje op komt.

–  Geef de patiënt de volgende adviezen om te voorkomen dat anderen besmet raken.

  • Was de handen na elke aanraking van de koortslip, gebruik handdoeken niet samen met een ander.
  • Vermijd zoenen en orogenitaal contact ter preventie van herpes genitalis.
  • Krab niet aan korstjes, maar wacht tot deze er vanzelf afvallen.
  • Knuffel of verzorg tijdens een koortslipepisode geen neonaten < 3 tot 4 weken om het risico op een herpesinfectie met complicaties te verlagen.
  • Zorg voor een goede handhygiëne. Reinig eet- en drinkgerei goed en laat dit niet door anderen gebruiken.
  • Als moeders met een koortslip hun neonaat verzorgen, is de kans op neonatale herpes mogelijk wat kleiner door passieve antistofoverdracht; vermijd echter direct contact tussen de laesies en de neonaat (niet kussen, bedek de laesies met een pleister of eventueel een mondmasker) en zorg voor een goede handhygiëne.
  • Patiënten met een koortslip die beroepsmatig met neonaten of patiënten met een gestoorde immuniteit werken, moeten contact tussen de laesies en het kind of de patiënt voorkómen. Bedek de laesies met een mondmasker en zorg voor een goede handhygiëne..

Medicatie:

Een koortslip gaat vanzelf over. U heeft geen behandeling nodig en kunt dus afwachten.

Heeft u veel last van uw koortslip? Dan kunt u de volgende proberen:

Indifferente crèmes, zinksulfaat en zinkoxide

  • Blaasjeszinksulfaat of zinkoxide kan de blaasjes sneller laten indrogen. Een mogelijk nadeel van zinkoxide is de witte kleur. Zinksulfaatgel en zinksulfaat-vaselinecrème zijn kleurloos. Dosering: laat de patiënt zinkoxide naar behoefte aanbrengen; meestal is 2 tot 4 keer per dag voldoende. Voor zinksulfaat geldt: 4 tot 6 dd dik aanbrengen.
  • Korstjes: een patiënt kan ook een indifferente crème of gel proberen om de korsten te verzachten, bijvoorbeeld vaseline-cetomacrogolcrème. Indifferente crème kan onbeperkt worden gebruikt. Desgewenst kan de patiënt een hydrocolloïdpleister proberen.
  • Adviseer de patiënt crème of gel voorzichtig op de blaasjes aan te brengen en niet uit te smeren om verspreiding van het virus te voorkomen.

Lidocaïne

Overweeg lidocaïne/zinkoxide 5% smeersel (witte kleur) of lidocaïne-vaselinecrème, indien (hevige) pijnklachten op de voorgrond staan en een pijnstillend en (bij blaasjes) indrogend effect gewenst wordt.

Antivirale crèmes

  • Bespreek met de patiënt de mogelijkheid om bij recidieven in de vroege fase lokale antivirale middelen te proberen, zoals aciclovircrème (5%), dus zodra de kenmerkende branderigheid optreedt en nog voordat blaasjes en korstvorming optreden. Aciclovircrème moet 5 dd worden aangebracht, met tussenpozen van ongeveer 4 uur (de nachtdosering vervalt), tot de blaasjes indrogen. Bijwerkingen (zoals contactdermatitis) of overgevoeligheidsreacties (zoals angio-oedeem) treden zelden op.
  • De effectiviteit van antivirale crème is vrij gering. De genezingsduur van blaasjes wordt gemiddeld met iets minder dan 1 dag bekort en er is geen aangetoond effect op de pijnklachten. Het effect van antivirale crème lijkt niet veel groter dan behandeling met een indifferent middel .
  • Aciclovircrème is ook zonder recept verkrijgbaar en kan vanaf de leeftijd van 1 maand worden voorgeschreven.
  • In het crusteuze stadiumis aciclovircrème niet meer zinvol en volstaat een indifferente crème.

Orale behandeling

Antivirale middelen

  • Orale antivirale middelen bevelen we bij immuuncompetente volwassenen en kinderen niet aan .
  • Overweeg orale behandeling met valaciclovir uitsluitend indien een patiënt bij eerdere episoden zeer ernstige klachten had (uitgebreide laesies, veel pijn, langdurig klachten) en lokale behandeling onvoldoende effect gaf. Start zodra de kenmerkende branderigheid optreedt of zo kort mogelijk (uiterlijk < 48 uur) na het verschijnen van de huiduitslag.
  • Dosering valaciclovir ≥ 12 jaar: 2 dd 2 g gedurende 1 dag, de 1e dosis ongeveer 12 uur na de 2e dosis (ten minste 6 uur). Valaciclovir heeft op basis van de lagere doseringsfrequentie de voorkeur boven aciclovir.
  • Geef als alternatief aciclovir ≥ 18 jaar: 5 dd 200 mg gedurende 5 dagen, met tussenpozen van ongeveer 4 uur (nachtdosering vervalt).

Preventie van recidieven

  • Vermijd, indien mogelijk, uitlokkende factoren, zoals zonlicht, stress en vermoeidheid, ter preventie van recidieven.
  • Overweeg bij zonlichtgeïnduceerde herpes labialis preventief gebruik van een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor .
  • Overweeg een lange preventieve kuur (3 tot 4 maanden) alleen bij zeer frequente (meermalen per maand) en hinderlijke of uitgebreide recidieven in overleg met de patiënt, na voorlichting over de bijwerkingen (vaak: misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, koorts, huiduitslag inclusief fotosensibilisatie, jeuk). Geef dan bij patiënten ≥ 18 jaar aciclovir (off-label), 2 dd 400 mg, of valaciclovir, 1 dd 500 mg, of zoek een dosering die effectief lijkt te zijn . Het effect is beperkt. Het is niet bekend of het effect aanhoudt na het staken van de preventieve behandeling.

Controle

Alleen bij preventieve orale therapie is (telefonische) controle aangewezen na 2 tot 3 weken. Vraag dan naar het beloop van de klachten en eventuele bijwerkingen.

Wanneer contact opnemen met een koortslip?

Heeft u een koortslip waar u weinig last van heeft? Dan hoeft u geen contact op te nemen met uw huisarts.

Neem wél contact op met uw huisarts in de volgende situaties:

  • De blaasjes zijn na twee weken nog niet weg.
  • De koortslip ziet er anders of erger uit dan normaal.
  • U krijgt blaasjes op of rond uw ooglid.
  • U krijgt een pijnlijk, rood oog dat gevoelig is voor licht.
  • U krijgt blaasjes op uw geslachtsdelen.
  • U heeft eczeem en u krijgt blaasjes in een eczeemplek, die zich uitbreiden over de rest van uw huid.
  • Uw afweer is sterk verminderd, bijvoorbeeld door een ernstige ziekte, chemotherapie of medicijnen die uw afweer onderdrukken.
  • U bent zwanger en krijgt in de laatste weken voor de bevalling blaasjes op de schaamlippen of in de vagina.
  • Uw pasgeboren baby krijgt blaasjes.
  • Uw pasgeboren baby wordt ziek enkele dagen tot weken na contact met iemand met een koortslip.

Consultatie en verwijzing

  • Verwijs met spoed naar een dermatoloog of kinderarts bij het vermoeden van eczema herpeticum.
  • Overleg bij immuungecompromitteerde patiënten en patiënten met een actuele maligniteit voor behandeling of preventie op korte termijn met de behandelend specialist, kinderarts of dermatoloog .
  • Overweeg verwijzing naar een dermatoloog bij een zeer ernstig beloop of persisterende laesies waarbij er na een viruskweek of PCR twijfel over de diagnose blijft bestaan.
  • Overleg met een kinderarts bij kinderen < 12 jaar met zeer ernstige klachten bij wie orale behandeling met antivirale middelen wordt overwogen.

Beloop

De eerste infectie gebeurt vaak al op jonge leeftijd, en verloopt meestal zonder klachten, zonder opgemerkt te worden. Men raakt geïnfecteerd via contact met mensen met een koortslip, na 3 tot 9 dagen kunnen verschijnselen ontstaan zoals ontstoken wangslijmvlies, tandvlees, tong, of lippen, gezwollen lymfklieren, en soms algemene ziekteverschijnselen en koorts. Daarna nestelt het virus zich in de zenuwvezels. Later kan het virus door verschillende omstandigheden, waaronder koorts, zonlicht, menstruatie of stress opnieuw actief worden en zich vanuit de zenuwknoop naar het oorspronkelijk besmette gebied van de huid of het slijmvlies verplaatsen en daar opnieuw koortsuitslag veroorzaken.

Wie eenmaal met het herpesvirus is besmet, draagt het virus levenslang bij zich. De meeste mensen hebben daar in het geheel geen last van. Bij sommigen wordt het virus af en toe actief, waardoor de klachten terugkomen. Bij een zeer kleine groep gebeurt dat zo vaak en zo hevig dat men daar echt last van heeft. Op den duur nemen de aanvallen echter ook bij die mensen in ernst en aantal af.

Bijlagen

Extra informatie van Huidziekten over koortslip

Therapie:
Indrogen bevorderen en secundaire infecties voorkomen. Indien de eruptie recent uitgebroken is, heeft het zin antivirale middelen voor te schrijven. Het effect van lokale antivirale crèmes (aciclovir, idoxuridine, penciclovir en tromantadine crème) is gering, deze middelen zijn niet meer op recept verkrijgbaar, wel als zelfzorg product.
R/ sulfur praecipitatum 5% in zinkoxidesmeersel FNA (1 dd schoonmaken met zoete olie of b.v. sla-olie).
R/ lidocaine 5% in zinkoxidesmeersel FNA.
R/ EMLA crème.
R/ Zovirax (aciclovir) crème e.a. koortslipcrèmes (matig effectief).
R/ Zelitrex (valaciclovir) 2 dd 500 mg gedurende 5 dagen. Zonodig langer (6-10 dagen).
R/ Famvir (famciclovir, tab 125 mg) 3 dd 250 mg (bij recidief volstaat 2 dd 250 mg) gedurende 5 dagen. Zonodig langer (6-10 dagen).
R/ Zovirax (aciclovir) oraal 5 dd tab à 200 mg gedurende 5 dagen. Zonodig langer (6-10 dagen). Zinvol bij primaire, recent ontstane Herpes (binnen 4-5 dagen na ontstaan starten). Bij ernstig gestoorde nierfunctie (kreatinineklaring < 10 ml/min): 2 dd 200 mg.
R/ Zovirax (aciclovir) intraveneus 3 dd 5 mg/kg bij ernstige infecties. Langzaam (in 1 uur) laten inlopen. Bij nierfunctiestoornis dosis verlagen (2 dd 5 mg/kg bij klaring 25-50 ml/uur, 1 dd 5 mg/kg bij klaring 10-25 ml/uur, 1 dd 2.5 mg/kg bij klaring < 10 ml/uur).

HERPES SIMPLEX LABIALIS RECIDIVANS

Het virus nestelt zich in de ganglia en reïnfecteert daarvandaan de huid in steeds het zelfde gebied, bij perioden van lichamelijke of fysieke stress, ziekte, of rond de menstruatie. Ook zonexpositie kan een aanval uitlokken (sunscreen gebruiken). Bij recidiverende herpes een recept meegeven voor de volgende aanval, om snel te kunnen starten. Bij frequente (6-10 keer per jaar) of zeer hinderlijke recidieven profylactische onderhoudsdosering starten:

R/ Zelitrex (valaciclovir) 1 dd 500 mg. Kinderen 20 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses.
R/ Famvir (famciclovir, tab 125 mg) 2 dd 250 mg.
R/ Zovirax (aciclovir) 2 dd 400 mg.
Na een half tot 1 jaar pauze inlassen om te beoordelen of het nog nodig is.

HERPES SIMPLEX, BIJ IMMUUNGECOMPROMITTEERDE PATIËNT

Bij immuungecompromitteerde patienten (AIDS, leukemie, lymfomen, chemotherapie) komen andere vormen van herpes voor, waaronder grote ulcera, erosieve plaques, hypertrofische/verruceuze vormen, en gedissemineerde vormen (herpes simplex generalisata). Een patiënt met atopisch eczeem en gedissemineerde Herpes infectie kan als immuungecompromitteerd worden beschouwd, hierover is echter discussie mogelijk. Zie eczema herpeticum.

Primaire gelokaliseerde herpes simplex:
R/ Zelitrex (valaciclovir) 3 dd 1000 mg, Famvir (valaciclovir, tab 500 mg) 3 dd 500 mg, of aciclovir 5 dd 400-800 mg.
Gedurende 10 dagen, zonodig langer voortzetten tot klinische genezing.
Recidief gelokaliseerde herpes simplex:
R/ Zelitrex (valaciclovir) 2 dd 500 mg, Famvir (valaciclovir, tab 500 mg) 3 dd 250 mg, of aciclovir 5 dd 200-400 mg.
Gedurende 5-10 dagen, zonodig langer voortzetten tot klinische genezing.
Frequent (> 6 keer per jaar) recidiverende herpes simplex:
R/ Zelitrex (valaciclovir) 1 dd 500 mg, Famvir (famciclovir, tab 125 mg) 2 dd 250 mg, of Zovirax (aciclovir) 2 dd 400 mg.
Bij onvoldoende effect kweek afnemen voor resistentiebepaling.
Herpes simplex generalisata:
R/ Zovirax (aciclovir) intraveneus 3 dd 5-10 mg/kg. Langzaam (in 1 uur) laten inlopen. Gedurende 5-10 dagen, zonodig langer voortzetten tot klinische genezing.
R/ Zelitrex (valaciclovir) 3 dd 1000 mg tot 4 dd 2000 mg oraal gedurende 10 dagen.
R/ Famvir (famciclovir, tab 500 mg) 3-4 dd 1000 mg oraal gedurende 10 dagen.
Resistentie voor aciclovir:
R/ Foscavir (foscarnet) intraveneus 3 dd 40 mg/kg. Voorafgaand een ECG maken en nierinsufficiëntie uitsluiten. Foscarnet is toxischer dan Zovirax en Foscarnet, alleen geven bij aangetoonde resistentie (hiervoor geen PCR maar een viruskweek insturen met als vraag: resistentiebepaling). Foscarnet wordt geleverd als infusievloeistof 24 mg/ml in ampullen van 250 ml. 1 ampul bevat dus 24×250 = 6000 mg. De gemiddelde patiënt van 75 kg heeft 40×75 = 3000 mg per gift nodig (een halve ampul per gift). Het wordt aanbevolen om het langzaam in te laten lopen in meer dan een uur. Het wordt opgelost in 0,9% NaCl of 5% glucose-oplossing. Als het over een gewoon perifeer infuus wordt toegediend de vloeistof verdunnen tot 12 mg/ml. Dit kan worden bereikt door de inhoud van 1 ampul op te lossen in 250 ml NaCl 0.9% volgens voorschrift en hieruit de helft (125 ml) toe te dienen aan een 250 ml infuuszak waar eerst 125 ml is uitgehaald. In deze infuuszak is dan de eindconcentratie 12 mg/ml en de hoeveelheid 3000 mg (250×12 = 3000 mg). Per gift hiervan 250 ml laten inlopen. De andere helft van de ampul in de koelkast bewaren voor de volgende gift 8 uur later. Patiënten dienen goed gehydrateerd te zijn, infuus laten lopen als waakinfuus 500 ml per 8 uur.
R/ Vistide (cidofovir) 5 mg/kg i.v.

HERPES SIMPLEX ENCEPHALITIS

R/ aciclovir intraveneus, 10-15 mg/kg/8 uur.

HERPES SIMPLEX KERATITIS

R/ Zovirax (aciclovir) oogzalf, 5 dd plus Zovirax (aciclovir) tabletten 5 dd 200 mg, Zelitrex (valaciclovir) 2 dd 500 mg, of Famvir (famciclovir, tab 125 mg) 3 dd 250 mg. Gedurende 5 dagen, zonodig langer (6-10 dagen).

HERPES OROFACIALIS BIJ KINDEREN

R/ Zovirax (aciclovir) suspensie 40 mg/ml (125 ml). Kinderen vanaf 2 jaar: 5 dd 200 mg (5 ml); kinderen < 2 jaar 5 dd 100 mg (2.5 ml), gedurende 5 dagen. Naar lichaamsgewicht: 5 dd 15 mg/kg (maximaal 1 g/dag).
R/ Zovirax (aciclovir) i.v. Dosering (3 maanden-12 jaar): 3 dd 250 mg/m2. Rekenvoorbeeld: kind 0.90 m, 13 kilo = (volgens tabel) 0.6 m2, = 3 dd 150 mg i.v.

Dosering van Zelitrex bij kinderen
Er wordt van Zelitrex nog geen officiële kinderdosering vermeld in het kompas. Men kan aannemen dat het net als bij volwassenen effectief en veilig is. Zelitrex is verkrijgbaar in tabletten van 250 of 500 mg en kan worden verwerkt tot capsules. De volgende doseringen worden geadviseerd voor kinderen tussen 1 maand en 18 jaar door www.kinderformularium.nl:

HSV: Herpes simplex en herpes genitalis (primair en reactief), mucocutane infectie, koortslip:
R/ Zelitrex (valaciclovir) 30 mg/kg/dag in 2 doses. Maximum dosis: 1000 mg/dag. Zie tabel.

VZV Herpes zoster (1 dermatoom + immuungecompromitteerd):
R/ Zelitrex (valaciclovir) 60 mg/kg/dag in 3 doses. Maximum dosis: 3000 mg/dag.

Profylaxe cytomegalovirus (CMV) bij niertransplantatie:
Bij CMV positieve donor en receptor EN bij CMV negatieve donor en CMV positieve receptor.
GFR > 50 ml/min/1,73m2: 1000 mg/m2/dag in 3 doses
GFR 25-50 ml/min/1,73m2: 750 mg/m2/dag in 2 doses
GFR 10-25 ml/min/1,73m2: 500 mg/m2/dag in 1 dosis
GFR <10 ml/min/1,73m2: 250 mg/m2/dag in 1 dosis
Postoperatief dag 2 starten met onderhoud. Profylaxe gedurende 3 maanden.
Bij CMV positieve donor en CMV negatieve receptor: valganciclovir.
Bij CMV negatieve donor en CMV negatieve receptor: geen profylaxe, geen monitoring, onderzoek alleen op indicatie.

Recidiverende visusbedreigende herpes keratitis:
R/ Zelitrex (valaciclovir) Startdosering: 1800 mg/m2/dag . Onderhoudsdosering: 600 mg/m2/dag.

Foto’s:

Referentie: Thuisarts, NHG, Huidarts, huidziekten