Longembolie

Algemeen

Bij een longembolie zit er een bloedpropje in een bloedvat in de longen. Hierdoor kan het bloed er niet goed doorheen stromen. Een stukje van de longen krijgt dan geen bloed meer en werkt niet meer goed. Soms kan een stukje long hierdoor doodgaan.

Symptomen

– sneller ademen of moeilijk ademen
– pijn bij het ademen (op de borst of in de bovenrug)
– slijm met bloed ophoesten
– hartkloppingen
– 2 van de 3 mensen hebben ook een trombosebeen: een rood, dik en pijnlijk been.

Oorzaken

In de bloed zitten stoffen die ervoor zorgen dat de bloed bloedproppen kan maken bij wonden zodat ze niet blijven bloeden. Bij trombose ontstaat een bloedprop zonder dat er een wondje is. Dit kan komen door:

– Het bloed stroomt langzamer. Bijv. door immobilisatie.
– De wand van een bloedvat is beschadigd. Bijv. door roken of hoge bloeddruk.
-Medicijnen zoals de pil.
– Door ziekte of zwangerschap.

Risicofactoren:

  • Vrouwen hebben meer kans dan mannen.
  • Ouderdom
  • Een been in het gips.
  • Geopereerd aan een been.
  • U kunt lange tijd uw been niet goed bewegen. Bijv. een lange (vlieg)reis maakt.
  • Grote operatie gehad.
  • Kanker of een andere ernstige ziekte.
  • Overgewicht.
  • Roken
  • Erfelijke ziekte waardoor de bloed niet goed stolt.
  • Eerder een keer een trombosebeen of een longembolie gehad.
  • Zwangerschap of net bevallen.
  • Prikpil, de anticonceptiepil, de vaginale hormoonring of de hormoonpleister.
  • Hormonen tegen overgangsklachten.

Diagnose

Op basis van klinische kenmerken. Eventueel Lab (D-dimeer), CT-thorax.

Anamnese:

  • Is uw been dik, rood en pijnlijk?
  • Klopt uw hart sneller dan 100 keer per minuut?
  • Hoest u bloed op?
  • Heeft u de afgelopen maand een operatie gehad?
  • Heeft u de afgelopen maand 3 dagen op bed gelegen?
  • Heeft u eerder een trombosebeen of longembolie gehad?
  • Heeft u kanker (gehad)?

Beleid

Voorlichting

De prikpil en voorbehoedmiddelen met het vrouwelijk hormoon oestrogeen (zoals de pil, de vaginale hormoonring en de hormoonpleister) vergroten de kans op trombose.

Hormoonmiddelen tegen overgangsklachten vergroten de kans op trombose.

Rokers hebben een iets grotere kans op trombose.

Bij lange (vlieg)reizen waarbij u uren stil moet zitten, heeft u meer kans op een nieuwe longembolie of een trombosebeen. De volgende adviezen kunnen dit helpen voorkomen:

  • Beweeg regelmatig. Loop een stukje door het gangpad. Of doe elke 2 uur oefeningen: strek en buig uw voeten en draai er rondjes mee.
  • Drink voldoende (ten minste anderhalve liter vocht per dag).
  • Draag een steunkous aan het been waar trombose is vastgesteld. Heeft u een longembolie gehad waarbij geen trombosebeen is vastgesteld? Draag dan aan beide benen een steunkous tijdens de reis.

Medicatie

Een paar maanden Bloedverdunners: heparine (prikken), cumarine (pillen) en DOAC’s (pillen).

– Drink maximaal 1 glas alcohol per dag en niet iedere dag.
– Gebruik geen pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac, acetylsalicylzuur (aspirine) of celecoxib.
– U mag sommige antibiotica niet gebruiken.

Bijlagen

Referentie: Thuisarts