Algemeen
Moeheid zou je kunnen beschrijven als een gebrek aan energie. Het lukt niet goed meer om datgene te doen wat u zou willen of moeten doen. 1/4 van Nederlanders heeft last van moeheid, vrouwen>mannen. Jongeren zijn vaker moe dan 50-plussers, en ook ouders met kleine kinderen zijn vaak bekaf.
Symptomen
- bleek zien, kringen onder de ogen
- regelmatig gapen en in de ogen wrijven
- sloomheid of hangerigheid
- af en toe indutten of in slaap vallen
- Minder concentreren
- Tijdens een gesprek dringt niet alles wat er gezegd wordt tot u door en u kunt minder goed opletten.
Andere klachten zijn:
- snel geprikkeld of geïrriteerd, snel huilen of snel boos
- nergens zin in hebben
- hoofdpijn
- duizeligheid of draaierigheid
- gemakkelijker struikelen of iets laten vallen
Oorzaken
Vaak door slaapproblemen. Maar ook psychische of lichamelijke oorzaken zijn mogelijk.
Wat zijn psychische oorzaken van moeheid?
- Problemen op thuis en op het werk, hierdoor harder werken, steeds aan problemen denken.
- Een ingrijpende gebeurtenis
- Depressie
- Angst en paniek
Belangrijke lichamelijke oorzaken van moeheid zijn:
- Weinig lichaamsbeweging
- Ongezond eten (vet vlees, patat, mayonaise, snoep, weinig groente en fruit)
- Mensen die te zwaar zijn
- Mensen die bijna niets eten en extreem mager zijn
- Genotsmiddelen: roken, alcohol, drugs
- Medicijnen
- Bloedarmoede
- Chronische pijn
- Aandoeningen van hart en longen
- Chronische ziekten
- Kanker
- Chronisch vermoeidheidssyndroom
- Slaapapneu
Beleid
Adviezen
- Stop met roken, drugs en zo min mogelijk alcohol gebruken.
- Eet gezond en probeer af te vallen als u te zwaar bent.
- Probeer ten minste 5 keer per week een halfuur actief te bewegen. Ga op een sportvereniging
- Probeer problemen thuis of op uw werk op te lossen.
- Neem regelmatig korte pauzes. Ga tussen de middag even wandelen. Neem zo mogelijk geen werk mee in het weekend. Doe dingen die u leuk vindt en die niets met uw werk te maken hebben.
- Bij overspanning, angsten of een depressie is het goed om eens te gaan praten met uw huisarts, de praktijkondersteuner GGZ of een psycholoog.
- Ga zo min mogelijk achter een tv of een computer zitten en leg ook eens wat vaker uw mobiele telefoon weg.
- Kijk of u bepaalde slaapgewoontes kunt veranderen zodat u beter slaapt.
- Naar Ergotherapie. Een ergotherapeut geeft tips hoe u het beste met uw lichaam en energie om kunt gaan. U leert hoe u uw energie over uw dagelijkse activiteiten kunt verdelen. U leert om uw grenzen aan te geven en te bewaken.
- Naar fysiotherapie
Wat kunt u doen aan slapeloosheid?
Kijk of u bepaalde slaapgewoontes kunt veranderen zodat u beter slaapt. Zorg in ieder geval dat u voor een langere tijd voldoende nachtrust krijgt. Voorkom dat u steeds meer ‘slaaptekort’ krijgt.
- Probeer een uur voor het slapengaan alvast te ontspannen (korte wandeling, warm bad, ontspanningsoefeningen, vrijen) en vermijd overmatige inspanning (lichamelijk en geestelijk).
- Volg eventueel een slaapcursus (georganiseerd door bijvoorbeeld de thuiszorg).
- Zorg voor gemakkelijk zittende nachtkleding en een comfortabel bed en kussen.
- Zorg voor een prettig slaapkamerklimaat: een rustige ruimte, beter iets te koel dan te warm, goede ventilatie en niet te droge lucht.
- Gebruik uw slaapkamer niet als werk-, studeer- of tv-kamer. Verwijder eventuele computers of televisie uit uw slaapkamer, zodat u niet in de verleiding komt.
- Probeer overdag niet te slapen.
- Probeer steeds rond dezelfde tijd naar bed te gaan, rond dezelfde tijd op te staan.
- Houd rekening met het aantal uren slaap dat u nodig heeft om goed te kunnen functioneren.
- Ga ‘s avonds, als u slaap heeft, naar bed en blijf niet onnodig lang op.
Beloop
Vaak is moeheid een tijdelijk probleem dat u kunt oplossen door te zorgen voor een goede nachtrust en gezond te leven. Komt u er met de adviezen niet uit? Dan kan het helpen om een dagboek bij te houden. Daarin geeft u uw moeheid elke dag een cijfer (1 is ‘niet moe’ en 10 is ‘totaal uitgeput’). Schrijf daarbij steeds op wat u per week aan acties onderneemt om de moeheid te verminderen. Neem het dagboekje na 4 weken mee naar uw huisarts en bespreek samen hoe het gaat.
Rerferentie: Thuisarts