Algemeen
Bij verstopping lukt het niet goed om te poepen. Uw kind poept minder dan 3 keer per week. De poep blijft te lang in de dikke darm en wordt daardoor hard en droog. Soms zijn het losse keutels.
Symptomen
- Buikpijn, krampen.
- Soms lekt er wat dunne poep naar buiten langs de harde poep. Dat komt in de luier of onderbroek van uw kind.
- Er kan in 1 keer heel veel poep komen.
- Soms ontstaan scheurtjes in de anus (poepgat) door de harde poep. Dit kan pijn doen.
- Sommige kinderen kunnen de plas niet goed ophouden. Zij kunnen ook blaasontsteking krijgen.
Verstopping kan de ene dag erger zijn dan de andere. Soms gaat het poepen weer een tijdje normaal.
Oorzaken
Bij baby’s
- als uw baby eerst borstvoeding kreeg en nu flesvoeding
- als u te veel poeder of te weinig water in de flesvoeding doet
Bij peuters en kleuters
- te weinig vezels eten, weinig drinken, weinig bewegen
- niet de tijd nemen om rustig op de wc te zitten
- te druk zijn om naar de wc te gaan
- lang poep ophouden, bijv. in een vreemde omgeving of op school, of omdat het pijn doet
- spanning en stress
Er is bijna nooit een ziekte waardoor het poepen moeilijk gaat bij uw kind.
Diagnose
Op basis van klinische kenmerken.
Beleid
Adviezen
- Bij flesvoeding: gebruik 1 maatlepel melkpoeder per 30 milliliter water. Zorg dat de lepel vol is maar het poeder er niet bovenuit komt (afgestreken). Doe geen extra water, slaolie of maïsolie in de flesvoeding
- Voldoende drinken. Vanaf ongeveer 1 jaar heeft uw kind elke dag 1 tot 1,5 liter nodig.
- Vanaf 2 jaar oud genoeg vezels in de voeding zitten. Vezels zitten vooral in: volkoren brood, roggebrood, aardappelen, volkoren pasta, zilvervliesrijst, bonen, erwten, linzen, groenten (ook rauwe groenten), fruit, zaden en noten, volkoren biscuit, muesli(repen), rijstwafels en popcorn.
- Minstens 1 uur per dag flink bewegen. Bijv. buitenspelen, fietsen, zwemmen of sporten.
- Meteen naar de wc gaan bij aandrang.
- Zet een voetbankje onder de voeten als de voeten de grond niet raken.
- poepdagboek bijhouden.
Poeptraining
- Spreek met uw kind af dat hij of zij 3 keer per dag 5 minuten op de wc gaat zitten. Ook als hij of zij niet moet poepen. Bijv. na het ontbijt, na de lunch (of na school) en na het avondeten.
- Neem de tijd om bij uw kind te zijn. Ga erbij zitten en zorg dat uw kind zich veilig voelt, zodat hij of zij niet wil ‘wegvluchten’. Laat merken dat u geen haast heeft.
- Zorg dat uw kind ontspannen kan zitten en niet in de wc-pot hangt. Een kinderbril en een voetenbankje kunnen helpen. Grotere kinderen moeten beide voeten stevig op de vloer zetten.
- Vraag uw kind om een paar keer te persen.
- Als het poepen lukt, dan beloont u uw kind. Zeg Bijv. dat hij of zij het goed heeft gedaan. Of geef een sticker.
- Lukt het niet, laat uw kind dan even ontspannen. U kunt bijvoorbeeld een kort verhaaltje voorlezen. Vraag uw kind dan nog een paar keer te persen. Lukt het niet? Probeer het dan weer na de volgende maaltijd.
- Schrijf in een poepdagboek. Het poepdagboek helpt om te controleren of de adviezen en de poeptraining helpen.
- Bekijk ook het filmpje over poeptraining.
Medicatie
- Lactulose bij kinderen jonger dan 1 jaar
- Lactulose of macrogol bij kinderen ouder dan 1 jaar
- Bisacodyl bij ernstige obstipatie
- Soms is een klysma nodig.
- Bij anale scheurtjes zalf met lidocaïne smeren.
Beloop
Bij de meeste kinderen gaat verstopping over met poeptraining en de andere adviezen. Als uw kind medicijnen gebruikt, mag hij of zij daar niet ineens mee stoppen. De darmen moeten langzaam weer wennen aan poepen zonder medicijnen. U geeft uw kind daarom steeds een beetje minder medicijnen totdat u helemaal stopt. Bespreek met uw huisarts hoe u dit moet doen.
Bijlagen
Referentie: Thuisarts