Otitis media met effusie (slijmoor)

Algemeen

  • Het is een een ophoping van vocht in het middenoor zónder tekenen van een acute infectie. Dit vocht zit opgesloten achter het trommelvlies.
  • Het komt vooral voor bij kinderen tussen de 0 en 4 jaar. Bij kinderen boven de 6 jaar komt het veel minder voor.
  • Op 4-jarige leeftijd heeft meer dan 80% van de kinderen 1 of meer episoden van otitis media met effusie doorgemaakt
  • Het kan geen kwaad. Ook als de klachten lang duren (6 maanden bijv.).
  • Het geeft geen blijvende schade aan uw gehoor.

Symptomen

  • een vol gevoel in het oor
  • slechter horen
  • de ene keer goed horen, de andere keer niet
  • een beetje oorpijn

Oorzaken

Bij een verkoudheid komt er vocht in het middenoor. Dit vocht gaat door buis van Eustachius naar de keel. Het gangetje is smal en kan daardoor makkelijk dicht gaan. Als dat gebeurt blijft er vocht in het middenoor zitten. Dit noemen we een slijmoor.

Risicofactoren en risicogroepen

  • Risicofactoren voor otitis media met effusie zijn:
    • het doormaken van bovensteluchtweginfecties
    • het bezoeken van een kinderdagverblijf
    • de aanwezigheid van broertjes of zusjes
    • het geregeld doormaken van middenoorontstekingen (vooral in het 1e levensjaar)
  • Otitis media met effusie komt vaker voor en heeft een ongunstiger beloop bij kinderen met:
    • het syndroom van Down
    • het syndroom van Kartagener
    • een palatoschisis
    • een gecompromitteerd immuunsysteem

Diagnose

Op basis van klinische kenmerken.

Anamnese

  • frequente neusverkoudheid, hoorbare ademhaling tijdens slapen, openmondgedrag
  • eerdere middenoorontsteking(en), frequentie, wanneer laatste keer
  • klachten over slechthorendheid (zoals hard zetten van de televisie)
  • de aanwezigheid van:
    • het syndroom van Down
    • het syndroom van Kartagener
    • een palatoschisis
    • andere aangeboren kno-afwijkingen of operaties in het kno-gebied
    • een immuunstoornis
  • de uitslag van de gehoorscreeningstest(s) (informatie hierover kan opgevraagd worden bij de jeugdgezondheidszorg)
  • de taal- en spraakontwikkeling (informatie hierover kan opgevraagd worden bij de jeugdgezondheidszorg)
  • het functioneren op school

Lichamelijk onderzoek

  • Inspecteer beide oren met een otoscoop en let daarbij op:
    • het trommelvlies: kleur, positie (normaal, ingetrokken, bomberend), doorschijnendheid (helder of dof) en lichtreflectie
    • de aanwezigheid van een vloeistofspiegel of luchtbel(len) achter het trommelvlies

Aanvullend onderzoek

  • Indien (draagbare) tympanometer beschikbaar: overweeg tympanometrie om meer zekerheid te krijgen over de diagnose en om het beloop te vervolgen.
  • Indien afweging te verwijzen naar kno-arts voor trommelvliesbuisjes: overweeg audiometrie (vanaf >6 jaar) om het gehoorverlies te objectiveren.

Beloop

  • Bij 50% treedt binnen 3 maanden spontaan herstel op en in circa 3/4 van de gevallen binnen 6 maanden.
  • Soms duurt een episode > 1 jaar of wisselt het beloop gedurende enkele jaren.
  • Recidieven komen bij 50% van kinderen.
  • Het leidt niet tot onherstelbare schade van het oor of van het gehoor leidt, ook niet wanneer de aandoening langdurig bestaat.
  • Het gaat meestal gepaard met geleidingsslechthorendheid. Het gehoorverlies is gemiddeld 25 dB, maar kan oplopen tot 50 dB.
  • De spraak- en de taalontwikkeling kunnen bij het bestaan van otitis media met effusie op 4-jarige leeftijd wat achterblijven, maar deze achterstand haalt het kind in de loop van de basisschoolperiode in
  • Het gehoorverlies:
    • is bij de meeste kinderen van tijdelijke aard
    • heeft op lange termijn geen nadelige gevolgen voor de taalontwikkeling
    • leidt niet tot een leerachterstand op school
  • Naast geleidingsslechthorendheid kan otitis media met effusie lichte oorpijn en soms oorsuizen of duizeligheid veroorzaken.

Evaluatie

  • Stel de diagnose OME bij vloeistofspiegel of luchtbel(len) achter het trommelvlies. Elk ander afwijkend trommelvliesbeeld kan passen bij otitis media met effusie, behalve een rood, bomberend trommelvlies dat past bij een otitis media acuta.
  • De diagnose otitis media met effusie wordt waarschijnlijker bij de aanwezigheid van 1 of meer van de volgende factoren:
    • voorafgaande (recidiverende) otitis media acuta
    • veelvuldige bovensteluchtweginfecties
    • risicofactoren zoals het syndroom van Down, het syndroom van Kartagener, een palatoschisis of een gecompromitteerd immuunsysteem
    • een afwijkend tympanogram (B- of C2-tympanogram volgens Jerger).
  • Otitis media met effusie is minder waarschijnlijk bij 1 of meer van de volgende factoren:
    • een parelgrijs, doorschijnend en niet-ingetrokken trommelvlies met een normale lichtreflex
    • een normaal tympanogram (A- of C1-tympanogram volgens Jerger)

Beleid

Adviezen bij kinderen

  • Zorg dat het rustig is om het kind heen.
    het kind kan iemand moelijker horen als bijvoorbeeld de televisie of radio aanstaat.
  • Kijk het kind aan aan als u wat zegt.
  • Spreek duidelijk en niet te snel.
  • Vraag steeds of het kind u goed heeft gehoord.
    u kunt het kind ook laten herhalen wat u heeft gezegd.
  • Reageer direct als het kind iets aan u vraagt.
  • Lees het kind voor op een rustige plek. Dan kan het kind u beter horen.
  • Vertel de mensen op het kinderdagverblijf of de leraar op school dat het kind tijdelijk minder hoort door een slijmoor.
  • Zwemmen mag gewoon. Ook vliegen is geen probleem.

Afwachtend beleid

Een slijmoor gaat vaak vanzelf over. Het kan wel lang duren: in 3 tot 6 maanden zijn de klachten meestal weg.

Medicatie

  • Een behandeling is niet nodig. Er zijn geen medicijnen waar het sneller van overgaat.
  • Antihistaminica, intranasale decongestiva, mucolytica en intranasale corticosteroïden zijn niet effectief bij otitis media met effusie
  • Orale antibiotica en orale corticosteroïden (eventueel in combinatie met antibiotica) hebben een gering gunstig effect op de resolutie van otitis media met effusie, maar dit effect weegt niet op tegen de nadelen (kans op bijwerkingen en resistentieontwikkeling)

Trommelvliesbuisjes

Via de buisjes kan het slijm naar buiten.

Indicatie:

  • de klachten > 3 maanden aanhouden, én
  • de klachten een duidelijk nadelige invloed hebben op het functioneren of de ontwikkeling van het kind, én/óf
  • er een gehoorverlies (in het beste oor) is van ten minste 25 dB. Audiometrie kan vanaf 6 jaar.

Voor- en nadelen van trommelvliesbuisjes

  • Voordelen:

    • Een kind gaat meteen beter horen.
    • Een kind hoort 6 tot 12 maanden beter (tot de buisjes loslaten).

    Nadelen:

    • Ongemakken van een operatie.
    • Er is meer kans op een loopoor.
    • Gemiddeld werken buisjes 6 tot 12 maanden. Daarna laten ze meestal vanzelf los.

Controle

Controle bij otitis media met effusie is niet nodig, behalve:

  • als na 3 maanden het gehoorverlies nog een nadelige invloed heeft op het functioneren of de ontwikkeling van het kind (duidelijke spraak- en taalachterstand, gedragsstoornissen).
  • als de patiënt 6 maanden na het begin van de klachten nog niet klachtenvrij is. Bij twijfel over de oorzaak van de klachten is verwijzing naar de kno-arts aangewezen voor nadere diagnostiek (bijvoorbeeld uitsluiten cholesteatoom).
  • Uiteraard mag de patiënt eerder terugkomen:
    • als de klachten sterk toenemen
    • als er toenemende problemen zijn met het functioneren
    • bij ongerustheid

Verwijzing

Indicaties:

  • Patiënten bij wie er twijfel bestaat over de diagnose.
  • Patiënten met otitis media met effusie uit risicogroepen, namelijk kinderen met tevens:
    • het syndroom van Down
    • het syndroom van Kartagener
    • een palatoschisis
    • overige aangeboren kno-afwijkingen
    • operaties in het kno-gebied in het verleden (uitgezonderd trommelvliesbuisjes)
    • een gecompromitteerd immuunsysteem
  • Kinderen met een > 3 maanden bestaande otitis media met effusie bij wie het gehoorverlies een nadelige invloed heeft op het functioneren of de ontwikkeling (duidelijke spraak- en taalachterstand, gedragsstoornissen), waarbij er bij (de ouders van) de patiënt een voorkeur bestaat voor het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Een gemiddeld gehoorverlies ≥ 25 dB in het beste oor draagt bij aan de beslissing om te verwijzen.
  • Kinderen met langdurige klachten (> 6 maanden) waarbij meer diagnostische zekerheid gewenst is.

Bijlagen

Meer informatie:

Keuzehulp wel of geen trommelvlies buisjes

https://www.thuisarts.nl/keuzehulp/wel-of-geen-trommelvlies-buisjes-bij-mijn-kind

Interpretatie uitslagen tympanometrie

  • Tympanometrie is een onderzoekstechniek waarbij de compliantie (beweeglijkheid) van het trommelvlies wordt gemeten bij verschillende drukken in de uitwendige gehoorgang.
  • Volgens de indeling van Jerger onderscheidt men 4 typen tympanogrammen (bron: Jerger 1970, CBO 2012).
    • Type A, met een hoge piek, geeft een maximale beweeglijkheid van het trommelvlies weer bij een middenoordruk die gelijk is aan de atmosferische druk. De kans is klein dat effusie van het middenoor de oorzaak is van eventueel gehoorverlies.
    • Type B, een vlak tympanogram, geeft een star, onbeweeglijk trommelvlies weer en is een aanwijzing voor otitis media met effusie of trommelvliesperforatie, die beide waarschijnlijk enig gehoorverlies veroorzaken.
    • Typen C1 en C2 (piekverschuiving naar links) zijn tussenvormen waarbij er sprake is van een (lichte respectievelijk ernstigere) onderdruk in het middenoor. Het type C2-tympanogram kan in een deel van de gevallen samengaan met vochtophoping in het middenoor.

Referentie: Thuisarts, NHG-standaard