Scheenbeenklachten (Mediaal tibiaal stress syndroom, springschenen)

Algemeen

Bij scheenbeenklachten heeft u een zeurende pijn aan de binnenkant van het onderbeen. U kunt pijn hebben aan één kant of allebei de kanten.

U heeft pijn op de plek waar een pees vastzit aan het onderbeen. Deze pees zorgt ervoor dat u op uw tenen kan staan. Als u te veel met uw voet en enkel doet, kan deze pees pijn gaan doen. U krijgt dan pijn aan uw onderbeen.

Symptomen

  • Pijn tijdens het sporten of wandelen. De pijn is het ergst als de spieren nog niet warm zijn. Na 10 of 15 minuten wordt de pijn meestal minder.
  • De pijn zit meestal net boven de enkel of in het midden van het onderbeen.
  • Het neerzetten en het afzetten van de voet geeft pijn.
  • U voelt de pijn soms ook in de knie of enkel.
  • Na het sporten gaat de pijn meestal weg.
  • Als de scheenbeenklachten erger worden, kunt u ook pijn hebben als u gewoon beweegt. Of zelfs als u niet beweegt.
  • Soms voelt de pijnlijke plek ook iets dikker aan.

Oorzaken

Het ontstaat als u te veel met de voet en enkel doet. Dit is vooral zo bij hardlopen of andere sporten waarbij u veel moet rennen en springen.

Risicofactoren:

  • Veel meer gaan sporten in korte tijd.
  • Een nieuwe sport gaan doen.
  • De spieren van de onderbenen, enkels en voeten zijn minder sterk. Bijvoorbeeld doordat u een tijd niet kon sporten door vakantie of ziekte.
  • U sport of wandelt veel op een harde ondergrond, zoals asfalt.
  • U draagt schoenen met te harde zolen tijdens het sporten of wandelen. Hierdoor krijgen uw benen harde schokken tijdens het lopen.
  • De onderkant van de voet is plat (platvoet). Of u voeten staan naar binnen gekanteld (knikvoet).
  • U loopt op een verkeerde manier hard. U neemt bijvoorbeeld te grote stappen, waardoor uw benen harde schokken krijgen.

Diagnose

Op basis van klinische kenmerken.

Beleid

Minder sporten

Als de pijn tijdens of na het sporten erger wordt, kunt de volgende dingen doen:

  • Sport of wandel minder lang en minder zwaar. Doe de bewegingen die pijn geven zo weinig mogelijk.
  • Spring of sprint minder.
  • Neem vaker rust tussendoor.
  • Begin rustig en ga langzaam steeds iets meer doen.
  • Train bijvoorbeeld een tijdje op een zachte ondergrond: liever op bosgrond dan op asfalt.
  • Stop met sporten als u veel pijn heeft. Het is niet erg om een beetje pijn te hebben tijdens het sporten, maar de pijn mag niet erger worden.

Koelen met ijs na het sporten kan helpen tegen de pijn. Gebruik een ice-pack of een zakje met ijsklontjes. Wikkel het in een doek, zodat uw huid niet bevriest.

Andere sporten

Als u veel pijn heeft tijdens of na het sporten, kunt u beter een paar weken helemaal stoppen met uw sport.

  • In de tussentijd kunt u wel andere sporten doen die geen pijn doen. Zoals zwemmen of fietsen.
  • Zo zorgt u ervoor dat u fit blijft.
  • Uw spieren blijven zo ook sterker.

Oefeningen doen

U kunt ook oefeningen doen om de spieren van uw onderbeen en voet sterker te maken. U heeft dan minder snel last van scheenbeenklachten.
Begin rustig met oefeningen en ga langzaam iets meer doen. Een klein beetje pijn bij de oefeningen mag wel.

Een (sport)fysiotherapeut kan u helpen bij oefeningen doen. Bijvoorbeeld als u niet weet welke oefeningen goed zijn.

Weer gaan sporten

Had u veel last en bent u helemaal gestopt met sporten? U kunt langzaam weer gaan sporten als u merkt dat u minder pijn heeft.

  • Begin bijvoorbeeld weer voorzichtig met de sport waarbij u de pijn kreeg. U kunt hiervoor een trainingsschema gebruiken. Bijvoorbeeld een schema voor hardlopen
  • Train eerst rustig. Ga steeds na 1 of 2 weken weer een beetje meer doen.
  • Als dit goed gaat kunt ook de zwaardere dingen weer gaan doen, zoals sprinten of springen.
  • Begin nooit met een wedstrijd.
  • Spring eerst een paar keer. Of doe een kort sprintje. Pas als dat goed gaat kunt u weer meer gaan doen.
  • Zorg ervoor dat de spieren warm zijn als u gaat sporten. Dat doet u door rustig te beginnen met sporten. Ga pas na 5 tot 10 minuten meer doen.

Schoenen

Draag bij het sporten goede sportschoenen, met goede zolen. Die zorgen ervoor dat uw benen minder harde schokken krijgen. Dat is minder zwaar voor uw spieren. En draag bij het wandelen goede wandelschoenen.

Als u een platvoet of knikvoet heeft, kunt u ook steunzolen proberen. Het is onzeker of steunzolen helpen tegen scheenbeenklachten.

Er zijn nog meer adviezen tegen sportblessures.

Beloop

Meestal verdwijnen de klachten binnen enkele weken als u alles doet wat in de adviezen staat.

Maak een afspraak bij uw huisarts als de klachten na 4 tot 6 weken nog niet minder zijn geworden. Bij klachten die heel lang duren kan uw huisarts u naar de sportarts sturen.

Bijlagen

Foto’s:

Meer informatie:

Kijk voor meer informatie over scheenbeenklachten op Sportzorg.nl.

Referentie: Thuisarts