Tetanus

Algemeen

Tetanus (wondkramp) is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de tetanusbacterie. De bacterie kan in het lichaam komen via een wond waar vuil in is gekomen, zoals straatvuil, mest of aarde. U kunt de bacterie ook oplopen via een brandwond of een dierenbeet.

Mensen kunnen elkaar niet besmetten.

Tetanus is een ernstige ziekte, waar vroeger veel mensen aan stierven. Omdat in Nederland bijna alle mensen als kind tegen tetanus worden ingeënt, komt het hier gelukkig bijna niet meer voor. In landen met slechte medische voorzieningen komt tetanus vaker voor.

Bent u niet (volledig) ingeënt en heeft u de tetanusbacterie opgelopen? Dan wordt u meestal binnen 3 weken ziek.

Oorzaken

Wanneer heb ik kans op tetanus?

Wonden

U heeft kans op tetanus, als u een wond heeft opgelopen waar (mogelijk) vuil in zit. Het gaat om deze wonden:

  • snij- of schaafwond waar straatvuil, aarde of mest in kan zitten
  • dierenbeet
  • diepe brandwond (tweede- of derdegraads)

Verre reis

Gaat u een verre reis maken en is het langer dan 10 jaar geleden dat u bent ingeënt tegen tetanus? Dan kan het verstandig zijn om opnieuw een prik te laten zetten. Neem hierover contact op met de GGD of uw huisarts.

Werk

Er zijn beroepen met een grotere kans op besmetting met tetanus. Voor mensen met zo’n beroep is het verstandig om zich elke 10 jaar opnieuw te laten inenten. Het gaat om deze beroepen:

  • dierenartsen en vee-artsen
  • hoveniers
  • land- en tuinbouwers
  • veetelers
  • vuilnisophaalmedewerkers
  • mensen die veel met paarden werken

Symptomen

Van tetanus kunt u ernstige spierkrampen, slikklachten en ademhalingsproblemen krijgen. U moet zo snel mogelijk behandeld worden.

Zonder behandeling kunt u door tetanus overlijden.

Beleid

Inenting tegen tetanus bij kinderen

Kinderen worden in het eerste levensjaar vier keer tegen tetanus ingeënt, de eerste keer als ze 2 maanden zijn. De prik tegen tetanus (T) zit samen met de prik tegen difterie (D), kinkhoest (K) en polio (P) in de DKTP-prik. Deze prikken worden op het consultatiebureau gegeven.

Elke prik helpt uw kind aan een betere bescherming. Na 3 prikken (gegeven bij 2, 3 en 4 maanden) zijn kinderen beschermd tegen tetanus. De vervolgprikken (11 maanden, 4 jaar en 9 jaar) zorgen voor een langere bescherming. De prik tegen tetanus bij 9 jaar zit samen met de prik tegen difterie en polio in de DTP-prik.

Als u als kind alle prikken tegen tetanus volgens het schema gekregen heeft, geeft dit een zeer goede bescherming van zeker 10 jaar. Dat is dus tot de leeftijd van 19 jaar. De inenting beschermt dus niet voor de rest van uw leven.

Adviezen

Schoonmaken van de wond

Heeft u een schaaf- of snijwond waar aarde, straatvuil of mest in is gekomen? Spoel de wond dan goed schoon met kraanwater. Gebruik erna betadine of alcohol 70% om de wond te ontsmetten.

Bent u gebeten door een dier of mens? Spoel de bijtwond goed uit onder de kraan met lauw water. Dek een grote wond na het uitwassen af, bijvoorbeeld met een schoon verband of een schone doek.

Heeft u een brandwond? Koel dan direct 10 tot 20 minuten met lauw stromend kraanwater. Laat kleding alleen zitten als die aan de wond plakt en moeilijke loskomt.

Tetanusprik nodig?

Neem contact op met de huisarts om uw wond te laten bekijken. De arts zal dan ook nagaan of en wanneer u tegen tetanus bent ingeënt.

U heeft geen prik tegen tetanus nodig:

  • als u als kind alle prikken tegen tetanus heeft gehad én
    • jonger bent dan 20 jaar óf
    • minder dan 10 jaar geleden nog eens tegen tetanus bent ingeënt.

U heeft ook geen prik tegen tetanus nodig bij:

  • een schone wond
  • een eerstegraads brandwond (zonder blaren)
  • een klein tweede- of derdegraads brandwondje

In andere gevallen: bel uw huisarts. U heeft mogelijk een of meer prikken nodig.

Het is het beste als u de inenting(en) zo snel mogelijk na de verwonding krijgt. Als dat niet gebeurd is, laat het dan toch nog doen. Het inenten kan tot uiterlijk 3 weken na de verwonding.

Bijlagen

Referentie: Thuisarts